We kijken uit het vliegtuigraampje en ik knijp in de hand van mijn man. Héérlijk een weekje vakantie. Het land van bestemming is al in zicht en een gevoel van geluk doorstroomt me.

Geluk verandert in vrees

Maar meteen springt de gedachte in mijn hoofd op dat we zo wel kunnen neerstorten. Landen is altijd een van de riskantste momenten van een vlucht heb ik in mijn hoofd geprent. Het zal toch niet…. De euforie heeft al plaats gemaakt voor vrees.

Hoe definieer je geluk?

Geluk is moeilijk te definiëren, dat blijkt uit de gemengde reacties op de cijfers die vorige week op de Internationale Dag van het Geluk door het CBS naar buiten werden gebracht. Wij Nederlanders behoren tot een van de gelukkigste volken ter wereld. Met een bijna Noordkoreaanse uitslag geeft 88 procent aan gelukkig in het leven te staan. Maar hoe zit het met al die verbroken relaties? En al die oudere werklozen dan? Werk en inkomen zijn in ieder geval niet alles bepalend voor ons levensgeluk. Weinig geld maar gezond, een liefdevolle partner en het leven lacht je toe. Zeggen we volgens de CBS-onderzoekers. In De Telegraaf verdenkt psycholoog Jeffrey Wijnberg de invullers van het CBS-onderzoek van gewenste antwoorden of ontkenning van de eigen gemoedstoestand.

Verdriet om huwelijkscrisis en toch acht ik me gelukkig

Ik weet het niet, en denk aan mezelf terug toen mijn relatie ruim 10 jaar geleden in een  crisis belanden. Zelfs in die tijd had ik het CBS verteld dat ik mezelf ondanks het verdriet een gelukkig mens achtte. Ook al ervoer ik mijn leven als een puinhoop. Dat hadden mijn partner en ik aan onszelf te wijten, was mijn conclusie en had niets te maken met hoe het lot mij mijn hele leven lang had bejegend. De rest? Dikke pech. Misschien denken de mensen met een zeer slechte gezondheid er ook wel zo over. Meer dan de helft acht zichzelf toch nog gelukkig blijkt uit het CBS-onderzoek.

Niet gelukkig maar over het algemeen tevreden

Eenmaal veilig bij de bagageband schaam ik me een beetje voor mijn vliegangst. Het gaat duizenden keren goed en autorijden -wat ik nooit zo voel- is veel gevaarlijker. Samen met mijn man loop ik opgewekt naar de uitgang, op weg naar een hopelijk fijne vakantie. De verwachting van ons straks op een zonnig strand valt samen met de herinnering aan een middag aan de Italiaanse kust. “Ben je gelukkig?” vroeg ik mijn man, terwijl we naar de kinderen keken die kanalen groeven en emmertjes zand tot taarten en kastelen bouwden. “Gelukkig? Geluk is maar een momentopname. Over het algemeen ben ik tevreden,” antwoordde hij. Ik kan hem er -gelukkig!- al jaren mee plagen.