Vandaag is het 154 jaar geleden dat Nederland de slavernij afschafte. Ruim 45.000 slaven kwamen vrij en dat vieren zij en hun nazaten sindsdien elk jaar. KetiKoti is het feest van de verbroken ketenen en tegelijkertijd het herdenken van de gruwel van de slavernij die drie eeuwen duurde. In de jeugd van ons, meerdanvijftigers, werd het slavernijverleden afgedaan met een paar zinnen in het geschiedenisboek. Pas sinds de komst van slavernijmonumenten in Amsterdam en Rotterdam begin deze eeuw groeit het besef dat er meer recht moet worden gedaan aan deze episode in de Nederlandse historie.

Na herdenking barst feest los

Ketikoti begint morgen met de officiële herdenking bij het slavernijmonument in het Amsterdamse Oosterpark. Daarna barst een swingend Surinaams festival los.  Het feest is voor iedereen toegankelijk. Er is, hoe kan het anders in de Surinaamse traditie, muziek en lekker eten!

Glenda leidt rond in slavernijverleden

slavernijverleden

Karin’s collega Glenda vertelt over haar ervaringen met Keti Koti

Ik ken Glenda als collega gids van rondleidingen die door het NiNsee (Nationaal Instituut voor Slavernijverleden en erfenis) werden georganiseerd en heb met haar KetiKoti gevierd. Anders dan ik, is zij van Surinaamse afkomst. Ik voel me als authentieke Nederlander altijd beschaamd tijdens KetiKoti, ook al weet ik dat ik niet direct verantwoordelijk ben voor die drie eeuwen slavernij. Maar hoe kijkt Glenda tegen KetiKoti en slavernij aan?

Omgetoverd tot Koto Misi

slavernijverleden

Mooi opgedoft voor het feest na de herdenking van Keti Koti op 1 juli.

Wat is je eerste herinnering aan KetiKoti?
“Toen ik nog in Suriname woonde, herinner ik me dat mijn oma mij naar haar vriendin bracht die mij omtoverde in een Koto Misi, de traditionele Surinaamse dracht van een kleurrijke jurk met wijde rok en in dezelfde stof een kunstig geplooide hoofddoek met punten en vouwen op mijn hoofd. De vriendin van oma prikte me pijnlijk met de spelden om mijn jurk en hoofddoek te plooien en vast te zetten. Daarna werd er met me gepronkt en gingen we naar de kermis. Ik betwijfel of ik ergens in mocht, want dat kon waarschijnlijk niet met mijn jurk.”

Herdenking slavernijverleden pas sinds jaren ’90

Vierden jullie in Nederland ook altijd KetiKoti?
“Ja, de eerste jaren wel. Ik herinner me dat we thuis een doek aan de muur hadden hangen met ‘100 jaar emancipatie’ erop. Dat moet in de jaren zeventig zijn geweest. Later werd het KetiKoti verdrongen door het Surinaamse Onafhankelijkheidsfeest op 25 november. Pas in de jaren negentig ontstond een beweging die vroeg om herdenking van het slavernijverleden van Suriname en de Antillen. Tot dan toe was KetiKoti vooral feest en werd er weinig aandacht besteed aan de gruwel van de slavernij. Het leidde tot de oprichting van het Slavernijmonument in het Oosterpark  en de jaarlijkse officiële herdenking.”

Oma’s oma zei altijd: ‘Ik werd niet geslagen’

Werd er bij jullie thuis over de slavernij gesproken?
“Nee, niet echt. Ook al was het altijd op de achtergrond aanwezig. Toen ik klein was, heb ik mijn oma weleens naar haar oma gevraagd die slavin was. ‘Oma, hoe was het met jouw oma?’ Zij antwoordde dan dat ze vooral hard moest werken maar niet geslagen werd. Dat haar oma dat zelf altijd zei: ‘Ik werd niet geslagen’. Ik denk eigenlijk dat ze dat zei om mij gruwelverhalen te besparen. We wisten ervan, ook al leerden we het niet op school. Het speelde een rol in hoe je leefde en wat je meemaakte.”

Elke gekleurde heeft weleens vervelende ervaring

“De erfenis van de slavernij is nog aanwezig in hoe er tegen gekleurde mensen wordt aangekeken en hoe we behandeld worden. Elke gekleurde is weleens vervelend behandeld of uitgescholden op grond van kleur. Ik herinner me dat ik met mijn moeder in Amsterdam-Noord bij de bushalte stond en we gezelschap kregen van een rechts-extremist. Hij begon zogenaamd met de Centrumpartij, die toen veel stemmen had gekregen, te bellen en zei: ‘Er staan er hier twee met gouden ringen in hun oren, u kunt ze komen ophalen.’ We moesten er een beetje om lachen. Thuis gekomen, praatten we hier niet over.”

Als je ijskast koopt, wil je ook dat hij lang meegaat

“Het hoorde er gewoon bij. Als ik op school gepest werd, sloeg ik terug. Ik verzette me wel. Een lerares besteedde vanwege mijn gekleurde aanwezigheid in de klas aandacht aan de Amerikaanse slavernij. Haar laatste opmerking was dat slaven wel goed behandeld werden, want ‘als je een ijskast koopt dan wil je ook, dat hij het lang doet’. Ik voelde me erg gegriefd als nakomeling van tot slaaf gemaakte mensen. We werden gezien als een naamloos product! Ook toonde mijn lerares weinig inlevingsvermogen voor de slachtoffers van slavernij.”

Slavernijverleden hoort bij Nederlands erfgoed

Hoe kijk je nu aan tegen de slavernij en KetiKoti?
‘Ik denk er nu wel wat vaker over na dan vroeger. Het is de oorzaak van de hedendaagse verhoudingen tussen witte en zwarte mensen. Het speelt nog altijd een rol. Ik volg de beweging ‘Black lives matter’ en wat er gebeurt aan politiegeweld in Amerika. Amerika heeft wel een Martin Luther Kingdag maar de bevrijding uit de slavernij vieren ze niet. Ook op de Antillen wordt de bevrijding uit de slavernij niet gevierd. Alhoewel ze wel het verzet tegen de slavernij door Tula herdenken. Die leidde in 1795 een succesvolle opstand van de tot slaaf gemaakte bevolking. Ik vind dat de herdenking van het Nederlandse slavernijverleden, net als bij de Tweede Wereldoorlog, op een dag voorafgaande aan het feest zou moeten zijn. En eigenlijk is het hard nodig dat elke Nederlander op school leert dat Nederland een slavernijverleden heeft van bijna drie eeuwen. Het hoort gewoon bij het Nederlands historisch erfgoed!’