Jarenlang lag onderop een stapeltje papieren het donorregistratie-formulier. Een groot Ja! stond op de voorkant. In 1997 kregen alle Nederlanders het opgestuurd met de vraag of ze willen registreren of ze bij hun overlijden organen doneren. We hebben het daarna in ons gezin op een zondag bij het ontbijt besproken. Zodat onze kinderen weten wat mijn echtgenoot en ik voor ons lichaam hebben besloten als de situatie hopeloos wordt. En dat vonden we tot vorig jaar eigenlijk voldoende. Toen werd het wetsvoorstel over donorregistratie in de Tweede Kamer aangenomen, waardoor nu de Eerste Kamer vandaag (13 februari) erover moet stemmen. Stemmen de leden voor, dan wordt het nee, tenzij veranderd in een ja, tenzij in de Wet op de donorregistratie.

Door debat herinnerd aan film ‘Coma’

Wat hebben we in 1978 gegriezeld bij de film ‘Coma’ van Michael Crichton. Niet wetend dat we 40 jaar later door het debat over donorregistratie nog het beeld van actrice Geneviève Bujold op ons netvlies zouden hebben. Als medische studente in ‘Coma’ ontdekt ze dat steeds meer patiënten in een ziekenhuis na een eenvoudige ingreep  in coma raken. Uiteindelijk blijkt dit opzettelijk, teneinde de organen van de patiënten te kunnen transplanteren.

Hart, lever, nieren maar ook mijn ogen…

Door het debat twee weken geleden, zoek ik donorregister.nl op mijn computer op. Een mooie overzichtelijke site, waarin ik meteen kan zien hoeveel nuttige onderdelen mijn lichaam te bieden heeft aan langdurig ernstig zieken. Gek genoeg heb ik er geen moeite mee te lezen dat mijn hart, lever, nieren goed bruikbaar zijn. Maar als ik lees dat ook het netvlies van mijn ogen nog een tweede leven kan krijgen, gaat er onwillekeurig een rilling door me heen. En ja hoor, daar zie ik weer die ziekenhuiszaal in ‘Coma’ voor me, waarin mensen een soort sf-achtig decor aan draadjes hangen.

Niet de enige  op site donorregistratie

Ik ben niet de enige die de afgelopen maand donorregister.nl heeft opgezocht. Heel wat mensen zijn me voor geweest, de laatste tijd meer om ‘nee’ tegen orgaandonorschap in te vullen. Dat kan hè, en de overheid belooft dan van ons lichaam af te blijven. Maar ik ben er toch niet gerust op. En dat komt met name door het neerbuigende antwoord van de indienster van het wetsvoorstel, D’66-er Pia Dijkstra. Op de vraag in de Eerste Kamer of er garanties zijn, dat de wens van nabestaanden wordt gerespecteerd, zei ze dat garantie voor stofzuigers is. Daarna heeft ze een brief met uitleg geschreven waarin het voor mij als eenvoudig burger nog steeds niet duidelijk is hoe met de wens van nabestaanden zal worden omgesprongen. “Ze hebben geen vetorecht” maar “er wordt wel geluisterd naar de eventuele bezwaren” van de nabestaanden. En weer zie ik de zaal in ‘Coma’ voor me.

Het idee dat de overheid ons lichaam claimt

Manlief en ik zijn het erover eens. Ze mogen alle nuttige onderdelen uit ons lijf hebben voor hergebruik. Maar dan wel in een stadium dat we zeker weten dat artsen er alles aan hebben gedaan om ons in leven te houden. Het idee, dat de overheid de ruimte krijgt om ons lichaam te claimen, tenzij we zelf actie ondernemen om die wilsbeschikking (een nee of besluit aan nabestaanden overlaten) vast te leggen, staat ons niet aan. Daarvoor ben ik te blij dat VVD’s Annelien Kappeyne van de Coppello er in 1979 in geslaagd is het artikel 11 in stand te houden. In dat artikel is de onaantastbaarheid van ons lichaam gewaarborgd. Dat artikel speelt nu niet alleen een rol bij orgaandonatie maar bijvoorbeeld ook bij euthanasie.

Als ze maar wel een buisje stamcellen bewaren

Wordt het wetsvoorstel over donorregistratie in de Eerste Kamer toch aangenomen, dan weet ik nog niet hoe ik me ga registreren. Eerlijk gezegd hoop ik te overlijden op een tijdstip dat ik zelf mijn organen heb opgebruikt. Misschien kunnen ze dan nog een buisje stamcellen bewaren op de schoorsteenmantel. Je weet immers nooit wat ze straks kunnen met klonen. En ik gun niet alleen mijn organen maar mezelf óók een tweede leven.