De geheugenruimte op mijn telefoon loopt vol met beelden van mijn kleinzoon. Foto’s van het gezinnetje tijdens de vakantie; kliederend met eten in zijn kinderstoel. O, en daar gaat hij voor het eerst alleen van de glijbaan af. Zijn tante, een twintiger, doet flink aan de foto- en filmproductie mee. Zo zie ik ook mezelf door haar gefilmd terug in de familie-app. Zittend op de grond, terwijl ik me door een anderhalfjarige schaterend laat omduwen. Over het videootje schuift in mijn hoofd een foto uit de jaren tachtig. Mijn eigen moeder in jurk en nylons kruipt op haar knieën over de grindtegels van het tuinpad achter peuterzoon aan. Gut, ik doe net zo gek. En ik schaam me er niet eens voor. Ik gooi de kastdeur wijd open: ik ben oma en ik geniet met volle teugen van mijn kleinzoon.

Stoere vrouwen

Het besef daagt bij het verschijnen van de papieren editie van Saar. Een online magazine voor oudere vrouwen die nog niet oud en afgeschreven (door mannen) willen zijn. Een blad van stoere vrouwen voor vrouwen die graag stoer willen zijn. Dat wilde ik ook, meer dan anderhalf jaar geleden. Toen vond ik het ook belangrijk dat ik op hoge hakken liep. Ging ik ook niet zonder make-up de deur uit en vond ik het welzijn van mijn ‘punani’ een belangrijk onderwerp.

Zonder nadenken trek ik platte schoenen aan

Niet dat er nu helemaal niet meer toe doet…Maar inmiddels heeft mijn kleinzoon een plek in mijn leven veroverd, die leeg voelt als ik hem meer dan twee weken niet heb gezien. Daardoor vergeet ik wel eens mascara op te doen als er wordt aangebeld en de buggy met vertederende inhoud staat voor de deur. Zonder nadenken trek ik een broek aan met platte schoenen. Met al dat tillen en knuffelen ook beter voor mijn rug. Dus nu ben ik volgens Saar een truttige vijftigplusser.

Ik ben net zo’n oma als ik moeder was

“Kun je verliefd zijn op je kleinkind?” vraag ik bij wijze van grap aan mijn dochters. “Ik vind Thijs zóóó leuk!” En dat terwijl hij toch echt niet volmaakt is, dat zie ik ook zo. Inmiddels heeft hij ontdekt dat hij een eigen wil heeft, die hij graag bij het avondeten inzet. Naast “mama”, “papa”, “oó”, “diedie” en “autó” heeft hij een ferm “ja”en “nee” aan zijn woordenschat toegevoegd waar hij gelukkig niet al te consequent aan vasthoudt. Met droge ogen huilen om te kijken of hij zo zijn zin kan doordrijven bij oma, is ook een vaardigheid die hij zich meester heeft gemaakt. En ik ben net zo’n oma als ik moeder was: een watje.

Kleinkind is niet mijn eigen kind

Maar goed, dat ik niet langer verantwoordelijk ben voor de opvoeding. Want hoe je het ook wendt of keert, mijn kleinkind is niet mijn kind. “Pffff, het lijkt wel of ik me voor hem zelfs verantwoordelijker voel dan voor mijn eigen kinderen,” constateert opa, na een nachtje op een hoestend kleinkind te hebben gepast. Terwijl het even stil was, is hij toch maar even gaan kijken of er nog werd geademd in het ledikantje.

Maar dan wel een stoere oma

Na mijn kleinzoon de volgende dag te hebben uitgezwaaid, betrap ik me echter ook op een licht gevoel van opluchting. Fijn om weer te gaan en staan zonder te hoeven opletten. Alle tijd om me op te doffen voor een afspraak. En ja, ook de hakken gaan aan. Een oma maar dan wel een stoere oma, check ik in de spiegel. ’s Avonds zak ik met mijn man lekker onderuit op de bank. “Wat heerlijk om vannacht weer ongestoord te slapen!”, zeggen we tegelijkertijd.