Vlak voor onze aankomst in Grein, komen we op onze fietstocht langs de Donau voor het laatst Heinz en Eifersucht tegen  Ze staan langs het fietspad en ze hebben woorden. Eifersucht blijkt zijn camera 16 kilometer eerder te hebben laten liggen. En we horen Heinz zeggen: “Ich gehe nicht zurück!” Hopelijk zijn ze nog bij elkaar, want wij hebben ze daarna niet meer gezien.


En ze waren nog zo vrolijk, toen we ze -onder de indruk van ons bezoek aan voormalig concentratiekamp Mauthausen, dat ook aan de Donau ligt- tegenkwamen op een terras, Heinz met een groot glas bier voor ons en ja, hoor,  “Immer Weiter”, herhaalde.

In het voorjaar fietste Kees Rooze met zijn partner van Passau naar Wenen. Hij maakte niet alleen foto’s maar schreef ook een boeiend verslag van hun ervaringen. Vandaag het tweede en laatste deel.

Veel tijd hebben we niet om er bij stil te staan, want we worden om 17.00 u in een kneipe verwacht. Nog geen twee minuten nadat we arriveren, vertrekken we weer met een VW-busje met aanhanger, waarin onze fietsen zijn geladen. Pfff, scheelt dat even. Anders hadden we zelf naar het hotel bovenop de berg moeten fietsen.

Vreemd hotel

De chauffeur is een jonge knaap die letterlijk alles snel doet. ‘s Avonds wordt ons in het hotel-in-verbouwing duidelijk waarom. Moe van de dag, zakken we eerst even neer in de stoeltjes op het balkon van onze kamer. We komen zelf in de sauna dus van enkele blote dames die van het ene -sauna- gebouw naar het andere oversteken, schrikken we niet.  Maar vreemd is het wel als op dat moment ook een tractor met werklui langsrijdt. In het restaurant voor een biertje, zien we een bejaard echtpaar waarvan het kromme mannetje achter zijn vrouw aanloopt  met een vaasje met babyroosjes in zijn hand. Zweizwanzig vertrouwt de oude dame ons toe. Dat slaat op de prijs, denken wij.

‘Ihr macht alles so schnell’

De chauffeur, de ober én het eten blijken razendsnel. Na onze bestelling kunnen nog geen vijftien minuten worden geklokt, dan arriveert het hoofdgerecht al uit de keuken. Het is de eerste werkdag van de ober, wiens sollicitatie volgens ons op de sintelbaan heeft plaatsgevonden. Gelukkig vraagt hij of we nog even willen wachten met het nagerecht.  “Jaaa” zeggen wij in koor. Maar daar is de lieve bazin al met het dessert.  “Ihr macht alles zo schnell” probeer ik maar met een “danke” is ze weer verdwenen.  De volgende ochtend zagen wij bij het ontbijt het bejaarde echtpaar weer.  De oude man liep nog steeds achter zijn vrouw aan met vaasje babyroosjes op zoek naar hun tafel.

25000 jaar oud vrouwtje in goede staat

De volgende dag laten we met 40 km per uur bergafwaarts ons Oostenrijkse Fawlty Towers hotel achter ons. Voordat we in Emmerdorf aankomen, bezoeken we het prachtige klooster in Melk, dat beschermd Unesco-erfgoed is.  Wát heb ik spijt, dat ik voor een verblijf in het zonnetje heb gekozen, als ik later de prachtige foto’s van mijn partner zie!  Op weg naar Krems sla ik dus het kleine museum van Willendorf niet over. Het gebouw herbergt het beroemde 11 centimeter hoge beeldje van de Venus van Willendorf. Als je beseft dat het beeldje van de Venus met dikke billen en grote borsten 25000 jaar oud is, bevindt het vrouwtje zich in geweldig goede staat. Onderweg zien we hoe de lokale brandweer metershoge meibomen installeert in de dorpen. In Stein dat aan Krems grenst, maken we de 1 mei-viering mee. Jongens en meisje in klederdracht leveren een kleurig plaatje op.

Drie Donaus doorklieven Wenen

Krems is een universiteitsstad maar bruisen wil het niet. Dus snel door naar Wenen, onze eindbestemming.  Onderweg ontmoeten we 3 Zweden die vanaf Donaueschingen komen fietsen.  In een mandje voorop zit een hondje dat ze af en toe voor zijn conditie laten meerennen. Mijn lieve, nimmer aflatende, partner heeft zich goed voorbereid en weet mij de weg te wijzen naar het hotel. En daarom nemen we in Greifenstein, een buitenwijk van Wenen, de S-Bahn. Anders zou ik verdwaald zijn tussen Donau-kanaal, de oude en de níeuwe Donau, die Wenen doorklieven. Drie bruggen later en 6 km vanaf het treinstation fietsen, komen we aan bij ons hypermodern hotel op het Donau-insel.

Teveel Schnitzel in Figlmüller

Wenen is natuurlijk meer waard dan de éne extra dag die wij ervoor hebben. We wandelen en winkelen in de oude stad en eten om af te sluiten bij het oudste Schnitzelrestaurant “Figlmüller”. De mensen staan buiten in de rij. Omdat wij geen bezwaar hebben een tafel te delen met Zweden, kunnen we al snel naar binnen.  Zowel onze Scandinavische buren als wij krijgen de verbazingwekkende grote lap vlees die over de randen van ons bord hangt niet op. Maar ja, in Wenen moet je toch een wienerschnitzel eten! Stof genoeg voor een geanimeerd gesprek, dat wel. En ook met Walter, onze Oostenrijkse chauffeur die ons uiteindelijk weer terugrijdt naar Passau en een zangerig Oostenrijks accent heeft, praat ik heel wat af. Want het leuke aan fietsen, dat zijn de mensen!