Het is de laatste kans, zeggen de media: de Spaanse meesters in de Hermitage zijn nog tot en met 29 mei te zien. En ik heb behoefte aan loskomen, zweven, vrij zijn. Ik besluit mij onder te dompelen in deze tentoonstelling en even de werkelijkheid te verlaten voor de wereld die in deze schilderijen te vinden is.

Ik verwacht er niet veel van. In mijn hoofd leeft een portret van de koninklijke Spaanse familie van Velázquez. En ik heb tekeningen van Goya sinds mijn verkoopbaantje in het Rijksmuseum, tientallen jaren geleden inmiddels. Ze zitten in  een beschadigde catalogus die met korting bij mij terecht is gekomen. Tijd voor een verdere kennismaking.
Als Amsterdamse kan ik op de fiets. Ik neem de achteringang via Amstelhaven langs de Hoftuin. Echt een mooie plek in Amsterdam, weg van de drukte en met uitzicht op een majestueuze kastanje. Hier komt in de toekomst het Namenmonument ter herdenking van de joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

Luisteren bij schilderijen

Eenmaal binnen moet ik mijn onhandigheid met techniek, in dit geval audioapparaat, oplossen, maar dan geniet ik ook meteen van een nieuwigheid: muziek bij het kijken (playlist Spaanse meesters). Het zorgt voor langer kijken dan de luttele seconden die ‘men’ meestal neemt voor een schilderij in een museum, zoals bekend uit onderzoek. Sterker, ik ga er bij zitten, want geregeld ben ik klaar met kijken, maar nog niet met luisteren.

Verrassende geschiedenis

Het eerste deel toont de geschiedenis van het tijdperk van de Spaanse meesters. Er is hier een beeldje van een Azteekse godin te bewonderen als symbool voor de Spaanse verovering van de wereld. Een ingerichte eetkamer met meubelen en serviesgoed toont de cultuur van de rijke adel uit de zestiende eeuw. Het mooiste is een klein beeldhouwwerkje, waarin de beeldhouwer Engelram zichzelf en zijn zoon Redolfo heeft geportretteerd. Tegen de gewoonte in, liet hij hiermee, hoewel piepklein,  zijn handtekening op zijn werk achter.

Ontroering en herkenning

Over alle eeuwen heen ontroert me een zwangere vrouw. Ze houdt haar hand, net als alle zwangere vrouwen van alle tijden, op haar buik en onder haar hart. Ze staat op een manshoog schilderij van Antonio Puga ‘De slijper’ in de grote centrale zaal. Op een suikerzoete, enorme verbeelding van de Onbevlekte ontvangenis van Maria tel ik meer dan twintig baby engeltjes! Van de beroemde Bartolomé Esteban Murillo. De andere schilderijen met bijbelscènes en heiligen, vaak enorme doeken van twee bij drie meter, laten me eigenlijk koud, goddeloos als ik ben. Alleen de blik in de ogen van Petrus treft me in mijn ziel. Zoveel ‘zachte’ wijsheid en mededogen. Velázquez schilderde de eerste kerkvaders, Petrus en Paulus, en weet, al weer over de eeuwen heen, met de blik van Petrus een gevoelige snaar te raken.

Een frivole vrouw in oorlogsgeweld

Goya schilderde de actrice Antonia Zárate met een prachtige kanten halsdoek. Het steekt erg af tegenover zijn soms raadselachtige, soms gruwelijke etsen, met als onderwerp ‘Verschrikkingen van de oorlog’. Zijn realisme blijkt wel van alle tijden. Ook dit overbrugt helaas de eeuwen. Opgelucht geniet ik van de felle en heldere kleuren van de vrouwen op het schilderij van Ignacio Zuloago, genaamd ‘Toiletmaken voor het stierenvechten’. Er is een Picasso toegevoegd aan de Spaanse meesters. Met de haren er bij gesleept voor de grote naam. Zo komt het op mij over. Het werk maakt niet veel indruk. Maar ik ga met een hoofd vol prachtige beelden en muziek in de oren naar huis. Terug naar het eigen, gelukkig saaie en vreedzame bestaan.
(Enkele hier genoemde schilderijen zijn ook op de website te bewonderen: Hermitage Spaanse meesters, het achtergrondverhaal)