Eens in de zoveel tijd laait de discussie op over personen uit het verleden die nog steeds een prominente plek hebben, terwijl de kijk op hun heldendaden inmiddels in een ander licht staan. De afgelopen weken zijn in het kielzog van de demonstraties tegen racisme in een nieuwe beeldenstorm gebouwen en beelden beklad. Niet alleen in Nederland, ook in andere landen. Is verwijderen de oplossing of kan het anders?

Het standbeeld van slavenhandelaar en filantroop Edward Colston in Bristol was een van de eerste die er tijdens demonstraties aan moest geloven. Foto: Flickr.com/Jordin57

De titel held niet verdiend

“Onze geschiedenis blijft onze geschiedenis, die is niet ineens weg”. Premier Mark Rutte zegt dat als reactie op de roep om het weghalen van beelden van helden die met de kennis van nu de titel held niet verdienen. Al langer wordt discussie gevoerd over controversiële figuren die een plek in de openbare ruimte hebben gekregen. Het gaat om beelden, gebouwen, straatnamen en objecten die een relatie hebben met ons koloniale verleden en slavernij. De actiegroep ‘Helden van Nooit’ bekladde het standbeeld van Piet Hein en schilderde rode handen op het Witte de With-museum. Het Tropenmuseum werd bekogeld met verfbommen.

Het verleden niet uitwissen

Het simpel weghalen en vernietigen van de monumenten voor helden van toen doet inderdaad geen recht aan de geschiedenis. Als je er geen ‘bewijzen’ meer van ziet, zou je kunnen denken dat ze niet hebben bestaan. Je kunt het verleden door een beeldenstorm niet uitwissen en wegpoetsen. Wel kun je laten zien wat er daadwerkelijk gebeurde en welke uitwassen er waren. Dat kan door een toelichting bij de beelden, gebouwen en straatnamen maar je kunt ook voor een andere oplossing kiezen. Zoals ze in Hongarije hebben gedaan, na de val van de muur.

Openluchtmuseum uit Koude Oorlog

Met het einde van het communistische tijdperk, kwam er ook een einde aan het verheerlijken van de helden uit het tijdperk van de Koude Oorlog. Uit heel Boedapest werden de beelden verwijderd en samengebracht in het Memento Park, een openluchtmuseum met ‘de grootste beelden uit de Koude Oorlog’. Beelden van Lenin en Béla Kun. Van Karl Marx en Friedrich Engels. Sculpturen van militairen die ten aanval trekken. De ‘geesten van het communisme’. In het gewone straatbeeld word je daardoor niet continu herinnerd aan vervlogen tijden maar wie meer wil weten over de geschiedenis, komt in het beeldenpark aan zijn/haar trekken. Arpád Göncz, president van Hongarije van 1991 tot 2001 verwoordde het als volgt: “De manier waarop Hongarije met dit gevoelige onderwerp omgaat is een voorbeeld, zelfs internationaal. Het Memento Park gebruikt kunst om de waardigheid van de democratie en de verantwoordelijkheid van historisch besef te onderstrepen”.

Indrukwekkende erfenis uit de Koude Oorlog. Foto”s: Pixabay
Op het terrein waren blikjes gebakken lucht te koop met het portret van Lenin.

Memento Park alternatief voor nieuwe beeldenstorm

Zo’n twintig jaar geleden was ik in dit bijzondere beeldenpark. Het was overdonderend, de hoeveelheid en de grootte van de beelden. Verbannen naar de rand van de stad, uit het zicht, tenzij je ernaar op zoek gaat. In de souvenirwinkel op het terrein kon je blikjes met ‘gebakken lucht’ kopen. Op het blikje het portret van Lenin. Een beetje humor om bij te komen van de indrukken. Een dergelijk park zou voor Nederland ook een alternatief kunnen zijn voor een beeldenstorm. Met de gerestaureerde Gouden Koets als topstuk.

Onderdelen van de Gouden Koets. Foto: RVD/Wiebe Kiestra

Brigitte Leferink schreef eerder over dingen die haar dwars zitten in: volksverlakkerij met kipstuckjes, Help mee geweld tegen vrouwen te stoppen, Dag van de vrouwelijke hygiëne en Voor altijd mijn dochter.