Het was het idee van mijn jongste dochter; ‘Mam, ga je mee naar het Anne Frankhuis? Het is nu rustig zonder buitenlandse toeristen.’ Het coronavirus geeft Nederlanders de unieke mogelijkheid bezienswaardigheden waarvoor normaal gesproken lange rijen staan, te bezoeken. Dus zonder aarzeling zei ik meteen ‘ja.’ 75 jaar bevrijding, oplaaiende protesten tegen racisme; genoeg redenen voor een moment van bezinning.

Als de zon schijnt…

De zon schijnt op de dag dat ik voor het eerst in mijn leven het Anne Frankhuis bezoek in Amsterdam. Een dag dat je denkt dat er niets fout kan gaan, omdat het immers zulk mooi weer is. Maar misschien stonden Anne en haar huisgenoten die fatale 4 augustus 1944 ook wel op met mooi weer. En onwillekeurig hoor ik Robert Long opnieuw zijn schrijnend mooie lied Als de zon schijntzingen.

Twee jaar lang ondergedoken

Een maand nadat de familie Frank, Pels en tandarts Pfeffer op die zomerdag in 1944 waren opgepakt, kwamen ze al aan in het concentratiekamp. Daar wachtte hun een gruwelijk lot, waaraan alleen vader Otto  uiteindelijk kon ontsnappen. Ruim twee jaar lang waren ze aan het achterhuis van het pand aan de Prinsengracht ondergedoken geweest, met de hulp van 6 medewerkers uit het bedrijf Opekta van Otto Frank dat in het voorhuis was gevestigd.

De bakstenen gevel van het achterhuis is tegenwoordig vanuit de nieuwbouw aan het museum goed te zien maar is vanaf de straatkant goed verborgen.

De dag van mijn bezoek is ook precies 91 jaar geleden dat Anne Frank werd geboren, memoreert de medewerker van het museum die ons ontvangt. 12 juni 1929 werd ze in het Duitse Frankfurt geboren als tweede dochter van Edith en Otto Frank. Onwetend van het korte maar indrukwekkende leven dat haar te wachten zou staan. In een zijzaaltje krijgt ons groepje (de toegang is beperkt en gaat met tijdslots) uitleg over haar leven en lot, aan de hand van foto’s die als de platen van ‘Aap, Noot, Mies’ uit mijn jeugd staan uitgestald. De zonnestralen vallen op vrolijke familiekiekjes en de dreigende beelden van wat zich te zelfder tijd in Nazi-Duitsland afspeelde.

Het ‘leesplankje’ waarmee heel begrijpelijk de voorgeschiedenis van de onderduik in het achterhuis aan de Prinsengracht wordt uitgelegd.
Otto Frank fotografeerde graag en maakte deze foto van zijn tweede dochter Anne die op 12 juni 1929 is geboren.

Hoop in het Achterhuis

Terwijl het einde van het verhaal toch bekend is, betrap ik mezelf op een soort hoop dat er ergens tussen de regels toch een goede afloop is te vinden. ‘Extra schrijnend, dat de bewoners van het Achterhuis vlak voor de bevrijding doodgaan,’zeg ik. Als ze even hadden kunnen volhouden….“Hoezo, is dat misschien erger dan sterven in een concentratiekamp in 1943?”, wijst dochterlief me streng terecht. Maar ik denk aan de verwachtingen die de bewoners van het Achterhuis hebben gekoesterd, nadat ze hadden vernomen dat op 6 juni 1944 de geallieerden waren geland in Normandië. Het einde van twee jaar onderduiken naderde maar niet zoals de bedoeling was met een bevrijding.

Anne Frank…talent voor schrijven en een scherp oog voor haar omgeving…
Foto: Flickr.com/Greger Ravik

Stel je voor….

Is dat het geheim van het succes van de dagboeken van Anne Frank? “Stel je voor?”, het wrange einde van een 15-jarig meisje dat talent voor schrijven had en een scherp oog voor haar omgeving. In het museum wordt ze nadrukkelijk gepositioneerd te midden van doorsnee joodse mensen, als een van de velen. Zo wordt ook het verhaal verteld van de buren van de familie Frank aan het Merwedeplein in Amsterdam-Zuid, net zoals zij gevlucht voor vervolging. Daar ligt ook In de vitrine Annes onaardige bijdrage aan het poesie-album van een schoolgenootje waarmee ze duidelijk niet bevriend was. Wie het leest, kan een glimlach niet onderdrukken. Geen katje om zonder handschoenen aan te pakken, die Anne.

Onthullend kijkje in poesie-album.

Anne Frankhuis van sloop gered

Na de oorlog, in de jaren zestig, kocht Otto Frank het voor- en achterhuis aan de Prinsengracht, pal achter de Westerkerk op. Hij redde ze daarmee van de sloop. Het achterhuis zelf was al in de oorlog leeggehaald. Otto heeft besloten dat in het Anne Frankhuis de kamers niet opnieuw werden ingericht. Wel zo praktisch met de miljoenen bezoekers die sindsdien het museum hebben bezocht. Maar dat was waarschijnlijk niet de reden. Zelf verbeelden (met behulp van foto’s van de inrichting) hoe mensen hier met zijn achten ruim twee jaar lang opgehokt hebben gezeten in de permanente angst ontdekt te worden, maakt het verhaal van Anne en haar miljoenen lotgenoten alleen maar sterker.

Otto Frank gefotografeerd op de dag van de opening van het Anne Frankhuis in 1960.

Het verhaal in het Anne Frankhuis voegt wat toe

Een bezoek aan het Anne Frankhuis stond tot voor kort niet hoog op mijn verlanglijstje. Het onderwerp van het museum kan moeilijk een bestemming zijn voor een leuk uitje. En lang heb ik gedacht: ik ken het verhaal, ik weet de afloop, wat kan een bezoek aan het Achterhuis me meer brengen? Maar het ‘in het echt’ zien en het opnieuw stil staan bij het lot van de Joodse bevolking me niet onberoerd gelaten. Zeker nu ik inmiddels weet hoe landgenoten hen in maar ook ná de oorlog hebben behandeld. Op de muren in het museum zijn uitspraken van Anne te lezen. Waarvan er een ook na het bezoek is blijven hangen. “Eens zullen wij toch weer mensen en niet alleen joden zijn!” Om over na te denken in deze tijd dat vooroordelen over en weer worden geveld.

Meer lezen over musea? Eerder verschenen op Meerdanvijftig.nl: