Bij de laatste wedstrijd van Servië op het EK Voetbal in Duitsland droegen een aantal fans Russische vlaggen bij zich. In de wedstrijd ervoor hadden Albanese en Servische voetbalfans nog hatelijkheden over het betwiste Kosovo uitgewisseld. In Oost-Europa is de politiek nooit ver weg. Dat merkte Stella Ruisch ook op bezoek in de fascinerende hoofdstad Belgrado.

Al die lichtjes, al die levens

Wie regelmatig vliegt verbaast zich met mij over al die plekken op de aarde waar mensen wonen. De duizenden stipjes van verlichting langs straten die onder het vliegtuig oplichten als vlammetjes van onbekende levens die me vragen hun verhaal te mogen vertellen. En nu ben ik door het lot tussen die lichtjes terechtgekomen in een hotel aan de Svetog Sava in Belgrado. Ik luister naar het nachtelijk geluid van een motor in de straat en verplaats me in gedachten boven de stad, waarvan ik de afgelopen dagen de straten heb leren kennen. 

De Kralja Milana, de Kneza Mihaila, Terazjie, Trg Republici: geen namen meer maar rijen 19de en begin 20ste eeuwse stijlvolle panden afgewisseld met slecht onderhouden jaren vijftig en zestig betonbouw. Inwoners van Belgrado die kris kras ons pad kruisen, op de bushalte wachten, een hond uitlaten of richting Stari Grad, de oude stad, gaan. De hoge hakken zijn hier alleen voor het uitgaan, sneakers lopen gemakkelijker op een straat met gaten en loszittende tegels.

Monumentaal voorbeeld van betonbouw: hotel Slavija aan het gelijknamige plein.
St. Slava is de zetel van de Servisch Orthodoxe kerk.
Het goud en glitter in het interieur van de St. Slava werd mogelijk gemaakt met geld van het Russische Gazprom.

Kruispunt in de geschiedenis

Brede straten, waar auto’s nog ongemoeid hun gang mogen gaan en waar je in restaurants en cafés nog de sigarettenrook opsnuift. Waar in de ‘Bohemien’ wijk Skadaljia op straat nog ongelimiteerd alcohol wordt ingeschonken. Waar ‘s avonds de muziekinstrumenten worden uitgepakt. En jong en oud, vals of zoetgevooisd jaren of soms weken oude hits ten beste worden gebracht. Drukke straten worden afgewisseld met lommerrijk groen van Tasjmajdanpark en Kalemegdan. Het laatste park hoort bij de eeuwenoude vesting, waar de eerste bouwstenen van Belgrado te vinden zijn. 

Belgrado en Servië liggen op een kruispunt in de geschiedenis, tussen Oost en West. Niet alleen geografisch maar ook politiek. Nu tussen China, Rusland en het Westen, de vorige eeuw tussen de Ottomanen uit het Turkse rijk en het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije. Tot aan de Eerste Wereldoorlog zagen de bewoners van Belgrado aan de andere kant van de rivier de Sava die hier in de Donau stroomt, het Oostenrijkse Zemun liggen. Semlin heette het grensplaatsje toen nog. Ja, ook de naam van het concentratiekamp dat hier onder de bezetting door de Nazi’s is geweest.

Romantisch Zemun

Zemun is nu onderdeel van de hoofdstad. Een schattig in suikerzoete kleuren opgetrokken romantisch stadje tussen water, Tito’s ‘tuinstad’ Nieuw Belgrado en het hypermoderne Waterfront aan de Sava. Het laatste is nog deels bouwproject, verwezenlijkt met Arabisch geld. Hier wordt niet gedacht aan teveel stikstof, fijnstof of natuur. Luxe appartementengebouwen wachten op invloedrijke mensen, buitenlanders die hier op dit kruispunt in Europa wat te zoeken hebben. Maar in Zemun kun je nog met de inwoners over de dijk langs de rivier flaneren alsof het begin 1900 is en uitgebreid lunchen op het terras van een van de vele restaurants.

Uitzicht op de bouw van hypermodern bouwproject The Waterfront.

Is het ‘Zij’ of ‘Wij’?

De oorlog die Joegoslavië verscheurde en de nog smeulende brandhaard Kosovo vormen een open wond in het Servisch openbare leven. Met opvallende graffiti en gebombardeerde gebouwen die met opzet niet zijn gerestaureerd wordt de herinnering levend gehouden. We lopen met gemengde gevoelens langs de 2 monumenten ter nagedachtenis van de NAVO-bombardementen. Zijn wij in Servië nu ‘Zij’ of ‘Wij’?

Krijgslustige graffiti op beton langs de Donau.
Monument ter nagedachtenis van de kinderen onder de 500 burgerslachtoffers die vielen door de NAVO-bombardementen.

Bij wij, de Europese Unie, zullen de Serviërs niet zo gauw gaan horen, denkt de schipper van onze rondvaartboot tijdens een tripje over de Donau en de Sava. En dat komt allemaal door Kosovo, het land dat de Serviërs als heilige grond beschouwen. Daar namen ze voor het eerst als volk de wapens op tegen de Ottomanen tijdens de slag op het Merelveld. “Maar inmiddels is nog maar 5 procent van de bevolking in Kosovo Serviërs, dus het probleem kan nooit worden opgelost,” denkt hij. Het opgeven van de claim door de Serviërs is voorwaarde voor toetreding tot de EU.

Het Tesla-museum (links) heeft niets te maken met Elon Musk’s populaire elektrische auto maar alles met de uitvinder, die hij zo heeft geëerd. De Servische Nikola Tesla was rond de vorige eeuwwisseling zijn tijd ver vooruit met het combineren van stroom en radiofrequenties om draadloos contact te leggen over (grotere) afstanden.

Het Yugoslavia-museum, tegelijkertijd het Mausoleum van president Joseph Broz Tito. Tien jaar na zijn dood in 1980 viel Joegoslavië uit elkaar in Slovenië, Kroatië, Montenegro, (Noord-) Macedonië, Servië, Kosovo en Bosnië-Herzegowina

Tito en Joegoslavië

Op onze laatste dag bezoeken we het Yugoslavia-museum. Een bonte verzameling objecten (o.a. internationale giften aan voormalig president Tito) vertelt het schrijnende verhaal van eeuwenlang onderdrukte nationalistische gevoelens. Verrassend genuanceerd verteld overigens. Ernaast ligt de tombe van Joseph Broz Tito, de verzetsheld die na de Tweede Wereldoorlog 35 jaar lang Slovenië, Kroatië, Servië, Montenegro, (Noord-)Macedonië en Bosnië-Herzegowina met elkaar verbond. Toen Joegoslavië nog een land in economische opkomst was, waarin Nederlanders graag hun vakantie vierden. Nu kiezen ze voor de kust van Kroatië en Slovenië maar weinigen voelen voor een zomervakantie in Servië.

Wie weet komen we terug in Belgrado en Servië

Toch worden we na een paar dagen in Belgrado nieuwsgierig naar de rest van het land, dat samengeperst ligt tussen in het westen Kroatië en Montenegro, in het zuiden Kosovo en Noord-Macedonië, in het oosten Bulgarije en Roemenië en in het noorden Hongarije. “Als jullie meer tijd hebben, moet je écht met de trein naar Novi Sad gaan. Dat is zo’n mooie, oude stad,” tipt de alleraardigste serveerster in ons hotel in Belgrado. Wie weet, komen we hier dus nog terug!

Meer lezen over reizen

Oost-Europa is voor Meerdanvijftig.nl nog onontgonnen terrein. Wel raakten we vorig jaar nog onder de indruk van Warschau. En bezochten Gert Nonnekes en zijn vrouw Betty een andere hoofdstad op het kruispunt tussen Oost en West: Wenen. Misschien toch eens vaker van de gebaande paden afwijken. Wie weet waar hij terechtkomt, als hij net als Brigitte Leferink gaat reizen zonder doel?

Openingsfoto: Uitzicht vanaf Zemun over Belgrado. Alle foto’s: ©Stella Ruisch