De meeste (groot)ouders kijken naar de kinderen en toetsen wel eens de  familietrekken: “O, dat heeft zij van opa, oma, oom, tante, zus….”, vul de betreffende relatie maar in. Vooral vrouwen zijn er goed in. Inmiddels zijn de (over)grootvaders van de jongste dochter van Stella Ruisch al lang geleden gestorven. En daarom vindt ze het extra ontroerend om te zien hoe de jongste lang na hun dood net als haar voorvaderen bezig is met het maken van chocolade paaseitjes.

Zo rond Pasen vertelde mijn schoonvader bij herhaling over zijn eigen jeugd. Het begon dan met de vermelding dat hij in 1921 was geboren in de “sloppen van Amsterdam-Noord. Dat kun jij je niet voorstellen,” zei hij er dan bij, waarop ik me meteen heel erg een product van de welvarende jaren zeventig voelde. “Er heerste daar nog malaria. En als mijn vader een slechte dronk had, sloeg hij de boel kort en klein.” Die boel kon niet zoveel zijn, want het was bittere armoe, kon ik uit het vervolg concluderen. En dan kwam het verhaal van de paaseitjes.

Veredelde versie van Ciske de Rat

“Mijn vader was chocoladebewerker. En voor Pasen maakte hij dan eitjes, die wij als kinderen voor een cent aan de winkeliers moesten verkopen.” Voor mijn geestesoog zag ik mijn schoonvader als een nette versie van Ciske de Rat bij bakkers naar binnen gaan. Die dan met hun weldoorvoede gestalte over de toonbank bogen om af te dingen tot een halve cent. “En dan werden die paaseitjes vervolgens voor 2,5 cent per stuk verkocht!” De verontwaardiging was 75 jaar later nog  hoorbaar.

Met zo’n verhaal liet ik graag een paar van de geërfde chocoladevormen door mijn schoonvader in mijn handen duwen. Met het plan ooit zelf paaseitjes, kattentongen en chocolade blaadjes te maken. Mijn jongste dochter is me het afgelopen jaar voor geweest met de ultieme vraag: “Had je die vormen nog liggen?”

De eeuw oude chocolade vorm.
Eerst de witte chocolade aanbrengen.
Vullen met ganache.
En dan trots zijn op het resultaat.

Passie voor chocolade

De corona-verveling heeft haar niet alleen tot bakken aangezet maar vooral een passie voor chocolade bewerken bij haar laten ontbranden. Trots laat ze me de opgeruimde schuur zien, waar in een rek de suiker, de couverture en nog veel meer zoetigheid in grote bakken staat opgeslagen. Klaar voor het maken van paaseitjes.

Net als haar grootvader (en wellicht overgrootvader, dat weten we niet) experimenteert ze met smaken en soorten chocola. “Niets ontspannender dan ganache maken,” zegt ze, als we opperen dat paaseitjes in een winkel kopen ook een optie is. In plaats van zelf maken na een drukke werkweek. Maar daar komt niets van in.

Hemelse chocolade paaseitjes

Dus ik verheug me dit weekeinde op ruby, witte, licht- en donkerbruine maar ook gemarmerde paaseitjes. Waarbij de caramel-zeezoutsmaak met stip bovenaan staat. Maar als ik heel eerlijk ben, smaken ze allemaal  -met een knipoog omhoog- hemels!

Meer over zoetigheid voor Pasen

Voor wie met Pasen wil snoepen: chocola is niet ongezond, schreef Marlies Mielekamp eerder. Ellen Groenveld eerde haar moeder met het recept van haar versie van een Sachertaart. Brigitte Leferink maakte ter gelegenheid van Wereld Vegadag een heerlijk chocolade bananenbrood. Stella Ruisch maakte van de overgebleven oliebollen een heerlijk toetje dat ook goed met het overgebleven paasbrood te maken is. Wiette van Klingeren gaf als troost in coronatijd het recept voor een wortelcake.