“Richt u op, smartphoneverslaafden der aarde, en kijk om u heen!” Die variant op de socialistische strijdkreet welt op bij de bezoeker van de tentoonstelling in het Amsterdamse museum Het Schip. Tot 1 september worden daar de ontwerpen van ‘Publieke Werken’ in de periode 1915-1935 belicht. En wat zijn er sierlijke electriciteitshuisjes, brievenbussen, prullenbakken  gemaakt door de architecten van de Amsterdamse School! Zelfs de straatlantaarn komt van hun tekentafel.

Straatlantaarn als Keuze

Als ik ergens wandel of fiets heb ik altijd  oog voor de zogenaamde ‘openbare ruimte’, de straat waar je deze ontwerpen tegenkomt. Lantaarns leken me daarom een leuk thema voor mijn maandelijkse Keuze. Niet alleen het strand, stations of poorten boeien me. Ik kijk graag óók omhoog. En nu, na een fietstocht van ruim 30 kilometer door Amsterdam ben ik mij er nog meer van bewust hoeveel variatie er in straatverlichting er bestaat.

Straatlantaarn zag licht als Janvanderheijdenpaal

De ‘frontsoldaat’ ten voeten uit.

“Frontsoldaten”, werden ze in de volksmond genoemd: de elektrische lantaarnpalen, ontworpen door Amsterdamse ‘scholier’ Albert Boeken. Ze moesten in 1917 de oude gasverlichting vervangen. Bijna een halve eeuw deden de frontsoldaten dienst voordat ze in de jaren zestig werden vervangen door gladde lantaarnpalen met een hoedje. Op Wetenschap.infonu.nl kun je de geschiedenis lezen van onze straatverlichting. Grappig om te lezen, dat de lantaarnpaal eerst Janvanderheijdenpaal werd genoemd. De zeventiende eeuwse Jan van der Heijden  was de uitvinder van de lantaarnpaal. Daarvoor kwam de verlichting van olielampen op bruggen of opgehangen aan gevels. Door zijn houten paal, werd de verlichting ‘mobiel’.

Straatlantaarn Amsterdamse School bestaat nog

In mijn jeugd, bepaalden de bruine straatlantaarns van de Amsterdamse School het beeld op straat. Er zaten nog gewone gloeilampen in. Die zijn inmiddels allemaal vervangen. Inmiddels maakt led de dienst uit. Maar de lantaarnpalen met de twee ‘armpjes’ bestaan nog steeds. Die armpjes nodigden de belhamels van de straat uit om naar boven te klimmen en bovendien slingerden zij oude fietsbanden om de palen heen.

Duizelingwekkend

De beruchte armpjes, waardoor je zo goed in lantaarnpalen kon klimmen.

Nu ik weer voor zo’n oude lantaarnpaal sta, besef ik dat zo’n straatlantaarn in mijn gedachte duizelingwekkend hoog was. In werkelijkheid blijkt hij vrij laag. Bovendien heeft de lamp inmiddels een kap gekregen.

Gordijnen dicht door felle straatverlichting

Op onze fietstocht ontmoeten we een fotografe. Ze doet mee aan de inmiddels -afgesloten- fotowedstrijd die het museum Het Schip over de Amsterdamse School heeft uitgeschreven. Terwijl ze  eeuwoude straatmeubilair fotografeert, vertelt ze dat mensen klagen over de fellere straatverlichting. Dat maakt een einde aan onze cultuur van‘open huiskamers’ op straat. Ter bescherming gaan de gordijnen steeds vaker voor de ramen.

Moderne straatlantaarn is ook mooi

Modern en toch mooi: straatverlichting op de Overtoom.

‘Vroeger maakten ze alles veel mooier’ geldt wat ons betreft niet voor de opvallende lantaarns op de bruggen bij de Stopera,  de Sarphatistraat en Ceintuurbaan. Ook de verlichting van het Gelderlandplein in Amsterdam-Buitenveldert doet het winkelcentrum  mooi uitkomen. En in het buitenland zijn we ook sfeervolle moderne straatverlichting tegengekomen. Als mijn vrouw en ik uiteindelijk thuis van de fiets afstappen, realiseer ik me hoe leuk onze tour langs lantaarnpalen is geweest. We hebben met heel andere ogen naar Amsterdam gekeken te hebben. Een tocht langs de erfenis van de inmiddels verdwenen dienst ‘Publieke Werken’ is een aanrader. Zeker voor wie een dagje hoofdstad op een bijzondere manier wil invullen.