Bijna Vaderdag. Vaderdag was nooit zo belangrijk bij mij in de familie. Moederdag was en is altijd heiliger bij Ellen Groenveld thuis. Nu ze ouder en wijzer wordt, krijgt de opvoeding achteraf beschouwd een andere betekenis.

Op zondag een appeltaart

Mijn vader was niet de man die zondag het vlees snijdt. Mijn vader maakte op zondag wel een appeltaart. Eerder schreef ik hier al eens over de Sachertaart van mijn moeder. Mijn vader maakte een goede appeltaart. En ook bij de appeltaart hoort het verhaal van mijn vader.

Zoon van arbeider ging niet naar gymnasium

Zijn beroep was onderwijzer. Geboren in de oorlog, was hij op school de beste in de klas. Maar een zoon van een arbeider ging in die jaren niet naar het gymnasium. Het hoogst haalbare was de HBS en daarna onderwijzer worden. Mijn vader zoog alle kennis die er was op. Kunst, boeken, muziek en Franse woordjes alles werd het zijne. Een irritante jongeman in de jaren ‘60 die in Amsterdam-Noord ging werken. De opvoeding voor mij en mijn twee jaar jongere zusje werd een beetje gedeeld door mijn ouders. Vader werkte door de weeks, behalve woensdagmiddag, in het onderwijs. Moeder extra uren daarbuiten in het ziekenhuis. Mijn ouders waren progressief maar niet buiten de kaders van een keurig huishouden.

Improviseren om alles voor elkaar te krijgen

Mijn moeder was van de drie R-en; Rust, Reinheid en Regelmaat. Je speelde buiten, je waste je handen en je ging op tijd naar bed. Zaterdagavond soep, woensdag een scholletje en zondag kip. Dat was duidelijk voor ons, kinderen. Mijn vader had eigenlijk altijd wel iets anders te doen. Ook als hij bij ons was. Er moest dus op de dagen dat mijn vader op ons oppaste, geïmproviseerd worden om het allemaal voor elkaar te krijgen.

Boodschappen doen en schoolschriftjes nakijken

Zo moesten op woensdagmiddag de schriftjes van de schoolkinderen worden nagekeken. Maar de boodschappen moesten ook worden gedaan. Daarom togen wij naar de Jan Evertsenstraat waar de Arbeiderspers (een goeie socialist kocht zijn boeken bij een goede sociale boekhandel) een boekwinkel had. Mijn zusje en ik kregen daar iedere woensdagmiddag de opdracht om een boek uit te zoeken.

Boekhandelaar hield oogje in het zeil

Wij namen de opdracht serieus en waren zo een klein uurtje zoet, achter in de boekhandel. Voorzichtig namen wij de boeken uit de stelling. Je mocht niets beschadigen, want de boeken moesten nog verkocht worden. We lazen de kaft, bestudeerde de plaatjes en maakte een keus. Soms mochten we een eigen boek kiezen, soms moesten we sámen een boek kiezen. Mijn vader maakte handig gebruik van het uurtje om zijn boodschapjes in de Jan Evertsenstraat te doen. De boekhandelaar hield een oogje in het zeil. En wij, keurig opgevoed, waren stil en serieus bij de boekhandelaar. En mijn vader had voor het bedrag van twee boeken een goede oppas.

Na 40x Vaderdag besef ik me zijn bijdrage aan mijn geluk

vaderdag

Een ijsje eten samen met papa, traditionele schooltas tussen de benen, op de Amsterdamse Dam. Eigen foto.

Toen ik twintig was, vond ik zijn opvoeding nonchalant en niet zorgzaam. Nu is het vaderdag en kijk ik met andere ogen terug. Veertig jaar later word ik heel blij in een boekwinkel. Het voelt nog steeds als een serieuze opdracht.; het kiezen van een boek. Ik voel mij prettig en op mijn gemak. Kijken, lezen, bladeren. Wel doen, niet doen. En altijd een boek kopen. Nu realiseer ik me dat zijn onhandig-handige opvoedingsstijl zoveel heeft bijgedragen aan mijn geluk. Zoals snuffelen naar dat ene juiste boek.