De maatregelen om het coronavirus tegen te gaan zijn duidelijk: ‘Blijf zoveel mogelijk thuis. Mijd sociaal contact.’ Voorlopig ben ik aan huis gebonden. Maar ik laat me niet kisten …… ook niet door een akelig virus en alle onzekerheden! Want ik heb een tuin en het weer knapt op. Thuisblijven kan ik buiten doen! Terwijl half Nederland zich naar de supermarkt spoedt om een voorraad pasta, blikvoer en vooral vele rollen wc-papier in te slaan maak ik een ritje naar het tuincentrum. Tijd om te tuinieren!

Zelf planten kweken

Viburnum

Daar laad ik mijn auto vol met zakken potgrond, bemeste tuinaarde en viooltjes. Ik investeer in een paar flinke struiken. Vorig jaar hebben de rupsen van de buxusmot hun buikjes volgegeten aan mijn vijftien jaar oude buxusbollen. Nu is het een goed moment om er iets anders neer te zetten. Ik kies voor de Viburnum tinus, die groen blijft in de winter en bloeit met roze-witte bloemen. Anders dan andere jaren koop ik ook een paar zakjes bloemenzaad. Met alle ‘coronamaatregelen’ lijkt het erop dat ik dit jaar meer dan genoeg tijd zal hebben zelf planten op te kweken. Rode Kattenstaarten en Roze Kattensnorren. Het is maar goed dat Mijn Hond niet weet wat ik van plan ben!

Ook schaf ik een veelbelovend krukje aan om zittend te kunnen tuinieren. Dat zou een uitkomst zijn, want de tijd dat ik soepel op mijn knieën door de perken kroop is nu werkelijk voorbij. Eenmaal thuis is het nog een flinke klus om de auto leeg te halen. Hond rent enthousiast om me heen. Hoopvol werpt ze telkens opnieuw haar tennisbal voor mijn voeten, wat elke stap die ik zet tot een hachelijke onderneming maakt.

Hoopvol werpt Hond haar tennisbal voor mijn voeten.

Zagen, hakken en zweten

Na een kopje koffie ga ik serieus aan de slag. Ik snoei de rozen flink terug, evenals de vlinderstruiken. Hond is blij met al die buitenactiviteiten en kijkt met een neusvol lentelucht snuffelend naar mijn geploeter. Want het planten van de vier nieuwe Viburnums -of zijn het Viburna?- gaat niet vanzelf. Bij het scheppen van een plantgat stuit ik op de wortels van de zilverberk. Het handige krukje helpt me ook al geen zier, dit is geen karwei om zittend te klaren. Zagend, hakkend en zwetend weet ik uiteindelijk genoeg ruimte voor de struikjes te bemachtigen. Groeien moeten ze verder zelf doen.

Handige krukje helpt geen zier…

Terwijl ik met mijn bemodderde handen het haar van mijn voorhoofd veeg loopt een bevriend echtpaar het tuinpad op. ‘We moeten verplicht thuiswerken en strekken even onze benen.’, verklaren ze hun aanwezigheid op dit ongewone doordeweekse tijdstip. We bespreken de situatie van de laatste dagen. Vreemd, verontrustend en onzeker vinden we het. Daarna mag Hond met ze meewandelen -‘We houden van honden.’- , zodat ik ongestoord kan tuinieren en kijken hoe het met mijn vaste-planten-border gaat.

Fascinerende vaste planten

Voorzichtig veeg ik de bladeren weg die ik, na de herfst, had laten liggen om de fascinerende vaste planten, die elke lente opnieuw opkomen, wat bescherming te bieden tegen de kou. De Maagdenpalm en de Vergeet-mij-nietjes zijn al flink gegroeid en laten zelfs al wat schattige kleine bloemetjes zien. Tot mijn vreugde zijn ook Lupine en Acanthus weer aan het opkomen.  

Coronavirus!

Een grillige felgele vorm steekt door de zwarte grond omhoog. ‘Coronavirus!’, flitst het onmiddellijk door mijn gedachten. Gelukkig is het slechts het prille blad van de sterke Geitenbaard, die over enkele weken twee meter hoog zal zijn! Hond is terug van de wandeling en staat me opnieuw smachtend aan te kijken met een tennisbal in haar bek. Na drie keer gooien en halen strekt ze zich – zichtbaar genietend- uit in de zon op het terras.

Geitenbaard of Coronavirus?

Ook voor mij is het tijd om te stoppen met tuinieren. Kreunend en strompelend ruim ik het tuingereedschap op. Terwijl ik de kruiwagen naar de composthoop duw, struikel ik voor de honderdste keer deze dag over de tennisbal. Dit keer verlies ik mijn evenwicht en kan ik maar net overeind blijven! Het zijn onzekere tijden. Maar als ik binnenkort dood in mijn achtertuin lig, komt dat hoogstwaarschijnlijk tóch door een rondslingerende tennisbal en niet door het coronavirus!