Als je met het veer van Vlissingen naar Breskens de Schelde oversteekt, krijg je het gevoel dat je bewoonde wereld verlaat. Niets is minder waar, want veel toeristen kiezen juist dit deel van Zeeland als vakantiebestemming. Maar mijn vrouw en ik zijn van plan om nog verder te gaan deze fietsvakantie. Zeeland is slechts het mooie startpunt. Ons doel is fietsen langs de Belgische kust. En zo zetten we ons op unplugged, op fietsen zonder ondersteuning, en ieder mét ongeveer 25 kilo bagage richting Retranchement. Of dat als inmiddels 60plussers nog verstandig is, weten we niet. 

Kleurige strandhuisjes in Vlissingen, voorbode van wat we aan de Belgische kust zullen zien.

Broodje haring in Breskens

Het is prachtig fietsen langs de monding van de Westerschelde. Onze magen zijn prettig gevuld met het broodje haring dat we in Breskens hebben gekocht bij een viskraam waar alles vers wordt bereid.  Tussen de tafeltjes trippelt de vaste stamgast van viskramen, een meeuw. Maar hij heeft pech, want wij eten het heerlijke broodje zelf tot de laatste kruimel op.

Het Zwin prachtig natuurgebied

Een paar uur later slaan wij een ander soort haringen in de grond onder aan de dijk op 2 kilometer van Cadzand. Dit is onze campingplaats voor deze dag. Cadzand wordt net als Knokke volgebouwd lijkt het. Gelukkig zullen ze het niet in hun hoofd halen om te bouwen bij het Zwin. Het is ontstaan door de verzanding van een zeearm en uitgegroeid tot een vogelrijk gebied. Normaal is er een fietspad langs het Zwin, maar als wij passeren is het afgesloten en moeten 7 kilometer omfietsen naar onze volgende bestemming, Knokke.

Fietsen tussen hoverboards en skelters

We fietsen langs de Belgische kust verder. In het spoor van de kusttram. Aan de ene kant van de boulevard flats en hotels, aan de andere een kilometers lange rij witte badhokjes aan het strand. Jammer dat daardoor het zicht op de zee wordt ontnomen. Fietsen is hier een uitdaging tussen de kinderen op hoverboards en skelters.

12 km meer fietsen langs Belgische kust

Zes kilometer na ons bezoek aan de VVV in Knokke, komt mijn echtgenote bij het broodje en de koffie tot de ontdekking dat ze haar mobieltje op de balie heeft laten liggen. Jammer dat we 12 kilometer meer moeten fietsen langs de Belgische kust maar dat hebben we graag voor de telefoon over. En ach, zo kunnen we nog wat langer genieten van de sculpuren die er langs de boulevard bij Knokke worden tentoongesteld.  

Elk jaar zijn er sculpturen te zien aan de kust bij Knokke.

Hachelijk moment bij Zeebrugge

Met een zucht van opluchting passeren we de sluis bij Zeebrugge. Omdat er geschut moet worden, worden wij gedwongen de andere kant over de sluis te nemen tussen de vrachtwagens door. Een hachelijk moment. “Zulke gevaarlijke situaties kom je in Nederland niet vaak tegen” zegt een Belgische dame die ons avontuur deelt en ook op de fiets tussen de vrachtwagens door manoeuvreert. Voor de zekerheid maar even gebeld naar de camping in Middelkerke, want door al het oponthoud zullen we pas ver na zessen arriveren. De vriendelijke man aan de telefoon wijst ons de weg. Als we even voor zevenen aankomen, is een blik van de receptionist voldoende en krijgen we twee munten voor de douche.

Langs frontlijn Eerste Wereldoorlog

Bij Nieuwpoort verwisselen wij het fietsen langs de Belgische kust voor het binnenland in richting Ieper. We fietsen langs een stoffig pad naast een opgeheven spoorlijn die in de Eerste Wereldoorlog de frontlijn vormde. Tal van monumenten herinneren er nog aan.

Diksmuide.

Diksmuide heeft een stadhuis op een mooi plein dat in mijn herinnering altijd verbonden zal blijven aan de oogdruppels die ik er kocht. Voor het eerst in mijn leven heb ik hooikoorts en de tranen biggelen over mijn wangen.  .

Lastpost of Last Post

De stad Ieper is symbool geworden voor de Eerste Wereldoorlog. Er is een museum en natuurlijk de beroemde Menenpoort, waar elke avond om 8 uur de slachtoffers van WO1 worden herdacht. Dan wordt er de Last Post geblazen. In een restaurant noemde een Belgische Dame het tegen mij de ‘lastpost’…

Mooie woorden

In de kathedraal raak ik in gesprek met Marc, een man van mijn leeftijd. Of ik wat wil schrijven in het boek op tafel. Maar hij wil ook mijn woorden wel opschrijven. “Dat doe ik wel eens voor mensen, omdat ik een heel mooi handschrift heb,” zegt hij zelfverzekerd. Het lukt Marc bij bijna alle bezoekers wel om iets te schrijven. Zelfs onder ons gesprek strikt hij nog schrijvers. De meesten wensen vrede op aarde, zie ik. Marc zelf droomt ook van een vrediger bestaan. Over een paar maanden is het zover, dan mag hij met pensioen, vertelt hij. Hij verlangt ernaar ’s morgens wat langer op zijn bed te blijven liggen.

Omelet in Franstalig België

Verder fietsend langs de Leie arriveren we op zondagmiddag in Menen. Tijd voor de lunch. Van onze gastheer mogen de fietsen in de binnentuin zetten. Gniffelend vertelt hij dat er veel Engelsen komen, omdat ze Menen verwarren met de Menenpoort in Ieper. “Niet erg, want daardoor gebruiken ze hier altijd wel wat.” Er wordt een gastronomische omelet voor ons bereid en het is duidelijk dat wij in het Franssprekende gedeelte van België zijn aangekomen.

Na fietsen langs Belgische kust, tijd voor E-bike?

In de bloedhitte fietsen wij verder langs de Leie en later de Schelde richting Tournai, een van de oudste steden van België. Het landschap wordt heuvelachtig en dat eist zijn tol. De spieren van mijn echtgenote protesteren zo heftig, dat het na Tournai niet meer mogelijk voor haar is verder te fietsen. Zelfs wandelen lukt na 10 minuten niet meer. Er zit niets anders op dan onze zoon in Brussel te alarmeren. Hij haalt voor ons de auto thuis op, terwijl wij de trein naar Brussel nemen. Onze spullen halen we later op met een melancholiek gevoel. Wordt het dan toch tijd voor een e-bike?