Ik heb een nieuw woord geleerd. Een woord dat ik liever uit mijn woordenboek had gelaten. Adenomateus. Ik zie het staan in het verslag van de poliklinische ingreep dat heb ik meegekregen en ik kom googlend meteen op de site van de MLDS, MaagLeverDarm Stichting, terecht. Mijn hartslag, enigszins genormaliseerd na het zojuist verrichte onderzoek in de polikliniek, versnelt onmiddellijk weer. Adenomateuze poliep betekent een verhoogde kans op darmkanker….

Sinds 2014 worden Nederlanders tussen de 55 en de 75 jaar tweejaarlijks uitgenodigd om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker.  Nog niet iedereen is opgeroepen. Dat zal nog tot 2019 duren. Op de site van de RIVM kunt u zien wanneer u aan de beurt bent. Stella Ruisch kreeg de oproep dit voorjaar, dit is deel 4 (slot) over haar ervaringen. Eerder verschenen The Fall‘,    ‘Ontslakken met Moviprep’ en ‘Kabouter Prikkeprak op verkenning’.

Ik voel mijn einde naderen

Mijn hersens diepen met gevoel voor drama onmiddellijk herinneringen op aan het ziekteproces van mijn moeder die aan borstkanker is overleden, aan de lijdensweg van mijn vader die eindigde in het ziekenhuis. De kinderen voelen zich onmiddellijk geroepen om naar me toe te komen. Lief maar daardoor voel ik helemaal mijn einde naderen. Ik ben potjandorie nog jonger dan mijn moeder en die leefde ongezonder dan ik!

Immuunsysteem kan cellen ook opruimen

“Hè, mam. De kans op onrustige cellen betekent niet meteen het ergste!” Mijn oudste die biofarmaceutische wetenschappen heeft gestudeerd zet me onmiddellijk weer met 2 voeten terug op aarde. “Je hebt ook nog een immuunsysteem, hoor! Die kan dat soort cellen ook zelf opruimen.” En ook de vrouwelijke medewerker die een weekje later aan de telefoon komt, rept van ‘goed nieuws’. “Het zijn goedaardige poliepen, ondanks dat er onrustige cellen zijn gevonden.” Na enig verbaal touwtrekken moet ik dat duiden als een vóór-vóórstadium van darmkanker, die zich dan over 10,15 jaar zou kúnnen manifesteren. Want ze weten het niet zeker.

ik geloof niet meteen in nut onderzoek darmkanker

“Wie zegt me dat dit hele bevolkingsonderzoek niet is opgezet om werkgelegenheid te verschaffen aan een medisch specialisme waarvoor niet zoveel oog is? Het resultaat van een geslaagde lobby in politiek Den Haag?”, suggereer ik misschien ook wat kwaadaardig in gesprek met mijn schoonzusje die belangstellend belt. “Want maar 5 procent van die poliepen wordt écht darmkanker, schrijven ze zelf.”

Start bevolkingsonderzoek niet geheel kritiekloos

Ik ga terug in de tijd op internet om bij het beginjaar van het bevolkingsonderzoek uit te komen. De start ervan in 2014 is natuurlijk omgeven van publiciteit, niet geheel kritiekloos. Net als bij het bevolkingsonderzoek naar borstkanker wordt het percentage mogelijke missers genoemd. En de vraag of de angst die een coloscopie mensen zoals ik bezorgt, wel terecht is. Het is best een belastende ingreep. En het hele bevolkingsonderzoek is ook nogal een duur grapje: 260 miljoen euro per jaar.

20.000 x poliepen, 3700 x darmkanker aangetroffen

darmkanker

Met een videocamera en een snaar aan een draad worden de poliepen te lijf gegaan. Afb.: LUMC

Het RIVM meldt dat er in 2015 850.000 mensen mee hebben gedaan aan het onderzoek. Bij 3700 werd darmkanker in een vroeg stadium gesignaleerd en bij 20.000 adenomen. De overlevingspercentages bij vroegtijdige signalering van darmkanker zijn zo hoog, dat de kosten per gewonnen levensjaar laag zijn. Als je het zo bekijkt….Maar dat doet niet iedereen. 27 procent van de 2,2 miljoen aangeschreven Nederlanders vindt het bevolkingsonderzoek darmkanker niet nodig.

Bij groenteman besef: ik gelóóf in nut

Zoals mijn Amsterdamse 60plus-groenteman Jan, die duidelijk geen polonaise aan zijn lijf wil. Hij heeft het buisje met antwoordenveloppe in de prullenbak gegooid. In gesprek met hem realiseer ik me dat ik toch héél blij ben dat het gevaar in mijn lichaam -zoals het er nu uitziet- bijtijds is bezworen. “Denk er nog maar een keer over na, Jan. Kijk naar mij”, adviseer ik hem, terwijl ik met mijn tassen groenten en fruit de deur uitga. Nu nog oppassen dat ik niet onder een auto loop.