Ze zien er onooglijk uit en een buitenstaander gooit ze zonder na te denken bij het oud vuil. Maar voor de bezitter die ze koestert zit er achter die oude sigarendoos, dat krom getrokken kistje een dierbare herinnering, een mooi verhaal. Zoals de beschuitbus van Karin de Lange.

Deel uitmaken van de toverwereld

De dag begint aan de ontbijttafel met herinneringen aan mijn jeugd in de jaren vijftig. Beschuit eet ik nu op mijn zeventigste namelijk nog steeds uit de beschuitbus van mijn moeder. Alleen verdwijn ik niet meer in de toverwereld die op de bus te vinden is. Hij is behoorlijk versleten maar ook al zijn de toverbeesten vervaagd, ze roepen nog altijd het verlangen op om deel uit te maken van de optocht met dieren en elfen die er op staat afgebeeld.

Het sprookje op de beschuitbus

Deze optocht cirkelt om een enorm beschuitje waaraan drie nog zichtbare en één bijna verdwenen elf met bloemblaadjes om het hoofd aanzitten als aan een tafel. Op de onderrand is een grote rups met wieltjes op de plaats van pootjes te zien die een grote pauw voortrekt. Twee onzelieveheersbeestjes kijken toe. Een heks met een grote kromme neus kijkt naar de optocht die bestaat uit een eekhoorn met bekkens, hagedissen met trommels en drie rijen torretjes met vlaggetjes. Een uil kijkt vanuit een boom toe. Muisjes en een draak zijn ook nog te zien in de verte. Een sprookje op een beschuitbus.

De SPAR

Ongetwijfeld is de bus van de SPAR, een kruidenierswinkel die nog steeds bestaat, zelfs wereldwijd. Het logo staat bijna uitgewist nog bovenop. De Spar was onze winkel op de hoek, waar mijn moeder boodschappen deed. Met spaarzegeltjes is de bus waarschijnlijk in huis gekomen. Een mooi nieuwe versie van mijn beschuitbus vind ik op Marktplaats tussen honderden andere beschuitbussen. Zoek beschuitbussen op Marktplaats en je gaat zó tientallen jaren terug in de tijd en vindt er allerlei herkenbare voorwerpen uit de jaren vijftig en zestig van Verkade, Albert Heijn en Van Nelle.

Beschuitbus in betere staat op Marktplaats.

De Rode Ridder

En niet alleen de elfjes en toverbeestjes komen tot leven. Ik herinner me ook dat een beschuitje met suiker en koude thee, ook al met suiker, meegingen naar de mis ’s morgens vroeg op de laatste vrijdag van de maand. Dit moet zich tussen 1961 en 1963 afgespeeld hebben tussen mijn zevende en tiende jaar. We waren rooms-katholiek en dat betekende nuchter naar de heilige mis. Na de mis mochten we in het klaslokaal wachten tot de school begon en aten we het beschuitje en dronken de koude thee. Daarna kwam de echte beloning: de strip van de Rode Ridder lezen! Wegdromen bij ridderverhalen…Deze strip is nu een ‘collector’s item’ te zien aan de afbeeldingen op de veilingsite Catawiki

Ziek, zwak en beschuit

Was ik wel eens ziek als kind en zat ik met een koortshoofd aan tafel, dan leken de toverbeestjes en elfjes wel van de bus af te dansen. Want een beschuitje was dé remedie voor als we nog een beetje ziek of zwak waren. Dan mocht je even uit bed voor een beschuitje met een kop bouillon die mijn moeder voor me had gemaakt.

Smullen

Maar het allerlekkerste was wel, als we op zondag geen warm eten kregen, maar in plaats daarvan een beschuitje dat werd fijn geprakt. Dan goot mijn moeder er yoghurt over. En als laatste traktatie ging er een grote schep bruine basterdsuiker over. Mijn moeder roerde het allemaal door elkaar en dan was het smullen!

Oud en tegelijk je klein voelen

Al deze herinneringen kleven aan die oude beschuitbus. Die stelt me in staat om even, al te volwassen en wel, me weer veilig en klein te voelen als een kind met niet meer zorgen dan het beschuitje opeten, terwijl ik naar de sprookjesbus kijk. Voor mij een troost als ik met het verkeerde been uit bed ben gestapt en de herinneringen met de beschuitbus voor me op tafel staat. Dan verdwijnt mijn ochtendhumeur als ‘beschuit’sneeuw voor de zon. Onooglijk en als erfenis verdwijnt hij straks bij mijn kinderen zeker in de afvalbak. Maar nu nog niet!

Meer lezen

We zijn ook nieuwsgierig naar het verhaal achter uw voorwerp van vroeger (en dat hoeft niet per se lelijk te zijn, natuurlijk). Schrijf ons, net als Tonnie Janssen deed over het theepotje van haar moeder. Stella Ruisch schreef over het 18-delig servies dat niemand wilde hebben. Brigitte Leferink koestert het Communieserviesje van haar tante Ria. En Karin de Lange neemt ook geen afscheid van de margarinekist van haar schoonvader. En van haar doopjurk, waar een familiedrama achter schuil gaat.

Openingsfoto: collage van Karin’s beschuitbus: eigen foto