Als je pensioendatum nadert, ben je daar misschien wel hartstikke blij om. Maar misschien heb je nog wel zin en energie om een aantal dagen per week door te werken. Marlies Mielekamp interviewde een aantal 65plussers over hun motivatie. Zoals verzekeringsarts Hans Scholtz. Deze keer spreekt ze klinisch psycholoog Jan Thomas (67) die beslist niet wilde thuis zitten.

Wanneer ben je met pensioen gegaan en waar werkte je toen?

“In december 2017 ging ik op 66-jarige leeftijd met pensioen. Ik werkte toen bij Iriszorg – een regionale organisatie voor verslavingszorg en voor dak- en thuislozen – als beleidsmedewerker en had daarnaast een eigen bedrijf. Bij Iriszorg had ik voor de laatste drie jaar mijn vast dienstverband van 24 uur per week om laten zetten in freelance-uren.”

Slecht voorbeeld aan vader

Zag je er tegenop of juist naar uit?

“Voor mij ging mijn leven gewoon door. Ik had een slecht voorbeeld aan mijn vader: door drie hartinfarcten werd hij op zijn 52e afgekeurd voor het werken in de mijn. Van de ene op de andere dag kwam hij zonder hobby’s thuis te zitten en ging van de weeromstuit mijn moeder maar helpen in het huishouden. Dat wilde ik beslist niet. Ik wilde altijd nog een leven naast mijn leven thuis. Dat was ook een belangrijke reden om eind vorige eeuw mijn bedrijf op te zetten.”

Hoe bracht je de eerste tijd na je pensioen door?

“Eigenlijk hetzelfde als daarvoor. Ik werkte al 10 jaar veel vanuit huis voor Iriszorg en mijn eigen bedrijf en de eigen projecten die ik al deed, gingen gewoon door.”

Sinds wanneer werk je structureel naast je pensioen?

“Het is qua tijd wel minder geworden, maar eigenlijk werk ik vanaf dag één van mijn pensioen gewoon door.”

Hoeveel uur doe je dat?

“Ik schat zo’n 20 tot 24 uur per week.”

Project opzetten voor wijkgezondheidscentra

Waar bestaat dat werk uit?

“Ik werk voor drie projecten in Indonesië, begeleid momenteel nog een gezin met verslavingsproblematiek, ondersteun een leer-werkproject en ik ben een stichting voor jongeren met zware problemen aan het ontmantelen; deze werkzaamheden zijn overgedragen aan een andere organisatie. Ik ben wel gevraagd om toch nog bepaalde werkzaamheden voor hen te doen.”

Zorg is bedoeld voor armere bevolking

“Maar het belangrijkste is mijn werk met een collega in Indonesië. Eén project is het opzetten van wijkgezondheidscentra daar. Die centra moeten er niet alleen zijn voor medische zaken, we kijken ook naar psychosociale factoren. Als iemand bijvoorbeeld met een kind met een infectie komt, kijken we ook naar de hygiëne thuis en nemen daar eventueel preventieve maatregelen. De zorg is vooral bedoeld voor de armere bevolking. Het is de bedoeling dat er een netwerk van zulke centra komt.”

thuis zitten
Jan Thomas helpt met communiceeren in Indonesië.

Communiceren met Indonesiërs is moeilijk

“Ons andere project is ontstaan door een Koreaans bedrijf dat graag zaken wilde doen in Indonesië maar een netwerk opbouwen moeilijk vond. Dat doen wij nu voor hen. Communiceren met Indonesiërs is vaak moeilijk; ja is niet altijd ja en vriendelijkheid wil ook niet zeggen dat ze met je in zee willen.”

Calliandra voor duurzame energie

“Een ander project is de levering van pellets, korrels voor houtkachels. Wij vonden de Calliandra, een snelgroeiende boom die niet gekapt wordt en waarvan de takken gebruikt kunnen worden voor pellets en de bladeren door het hoge eiwitgehalte voor veevoer. Veel landen in Azië moeten overstappen van bruinkool en steenkool naar meer duurzame vormen van energie zoals biomassa, waaronder pellets en houtsnippers. We hebben nu In Indonesië een samenwerkingsverband van kleine Calliandraplantages gevonden die met ons gaan samenwerken.”

thuis zitten
Aanplant van Calliandra voor duurzame energie. Foto: Flickr.com/Treesforthefuture

Hoe bevalt dat?

“Ik heb dit altijd gewild, dus ik vind het heerlijk. Ofschoon projecten in Indonesië altijd moeilijk zijn. Geld speelt altijd een rol; er zijn altijd onverwachte partijen die ineens geld willen verdienen.”

Een bijdrage aan Indonesische samenleving

Wat brengt niet thuis zitten je?

“Het is voor mij een uitdaging om te ondernemen. Ook de contacten met mensen vind ik fantastisch en ik leer nog steeds bij. Het euforische gevoel als iets lukt geeft me een kick. Aan het project van de gezondheidscentra verdienen we niet, we moeten zelfs moeite doen om de reiskosten vergoed te krijgen. De Calliandraplantages zouden een verdienmodel kunnen opleveren maar belangrijker is dat we een bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van leven in de Indonesische samenleving.”

Hoe lang zou je met je nevenwerkzaamheden door willen gaan?

“Zolang ik er zin in heb en gezond blijf wil ik met dit werk doorgaan.”