Sauerland, Karin de Lange was er nog nooit geweest. Van de topografie van Duitsland wist ze niet veel meer dan dat het ten oosten van Nederland ligt. En dat het vanaf Heerlen een half uur met de auto kost om naar Aken te gaan. en ooit bracht de trein haar naar Berlijn. Meer Duitsland kende ze niet. De hotelaanbieding die haar verlokte te boeken, liet een Zuid-Limburgs landschap zien. Dat laatste is dichterbij maar de onbekende verte lokte….

Golvend groen

Waar ik Sauerland moest zoeken; in het noorden of zuiden, westen of oosten van Duitsland, geen idee! Gelukkig hebben we nu Google Maps, sneller dan een atlas. Zo zie ik dat het bijna in het hart van Duitsland ligt. Reizend door het Roergebied, voormalig industriegebied, gaat het groene landschap steeds meer golven. Daar begint het Sauerland. Het is lieflijk en weelderig groen. Piepkleine dorpjes met de kerk in het midden liggen in de dalen of in de verte op heuvels. Borden langs de weg wijzen de route naar een groeiend aantal burchten en kastelen. De kerktorens hebben een bolronde vorm onder de lange spits, typisch voor deze streek.

Hotel in vakwerkhuis

Altijd een verrassing om de laatste bocht om te slaan en dan te zien of onze voorstelling van het hotel op basis van de foto’s klopt. We zijn aangenaam verrast. Een mooi vakwerkgebouw met een dak van leisteen en de gebruikelijke rode geraniums in bakken voor de ramen. Binnen heerst niet echt een gemoedelijke sfeer. Maar de kamer is ruim, mooi en zo ook de bijbehorende badkamer. Buiten het raam ontrolt zich het landschap zoals ik het net beschreven heb. Tijd voor een verkenningsrondje!

De legende van Egelstad

Ons hotel bevindt zich in Egelstad of op zijn Duits ‘zur Igelstadt’. Bij ons verkenningsrondje stuiten we op een bord dat de legende van Igelstadt beschrijft. Graaf Heinrich jaagde graag in Fürstenberg, de gemeente waartoe Igelstadt behoort. Tot op een dag hij een hert achtervolgde tot in de stad. In pure doodsnood sprong het hert in het ravijn. Zonder nadenken gaf Heinrich zijn paard de sporen maar het paard steigerde. Toen Heinrich afsteeg zag hij wat het had doen steigeren. Er lag een egel op het pad! Heinrich bracht de egel naar de burgemeester en beval hem goed voor het diertje dat zijn leven gered had te zorgen. En elk jaar op die dag moest er een groot feest ter ere van de egel worden gegeven. En zo geschiedt het tot op de dag van vandaag. Elk jaar Egelfeest in Egelstad.

Zo’n huis met een psalm op de gevel lijkt Karin de Lange wel wat.

Psalmen

Het dorpje blijkt heel overzichtelijk met alleen een Mittelstrasse en Hochstrasse. In het straatje achter ons hotel staan een paar prachtige vakwerkhuizen met een psalm over de breedte van de gevel in sierlijk geschreven letters. De namen van de bouwers van het huis en hun beroep worden ook vaak vermeld. We zijn hier duidelijk in het gebied van Luther. Ik ben niet gelovig maar zo’n psalm in Gotische letters op mijn huis lijkt me wel wat.

De betovergrootmoeder van onze Willem Alexander

Een van de vele burchten in Sauerland is Schloss Arolsen. Hier bracht koningin Emma, haar jeugd door. Het café met haar naam, Prinzess Emma, heeft de allerlekkerste taarten, ontdekken we. We rusten er uit nadat we het Schloss hebben bekeken. Koningin Emma was de moeder van Wilhelmina, die op haar beurt de moeder van Juliana werd, de oma van onze koning. Hoewel absoluut niet Oranjegezind wekt de familiegeschiedenis mijn belangstelling, want de gids noemt Emma de redder van ons koningshuis. Zonder haar had Willem III namelijk geen troonopvolger gekregen. Emma trouwde op 7 januari 1879, 20 jaar oud, met een man van 61 jaar. En op 31 augustus 1880 werd haar dochter Wilhelmina geboren. De drie zoons uit het eerste huwelijk van Willem III overleden jong, de laatste in 1884. Dat maakte de driejarige Wilhelmina de enige troonopvolgster. Haar moeder werd vanwege de ouderdom van Willem III in 1884 als voogdes van Wilhelmina aangewezen en in 1890 als regentes, toen Willem niet meer in staat was te regeren. Zie daar Emma’s belang voor het koningshuis Oranje-Nassau.

Schloss Arolsen.
De jonge Emma met Willem III.
Emma groeide op in een ‘suikertaart’.

Sprookjeskasteel

Emma woonde als kind in een ‘suikertaart’ van een paleis. Barok in wit stucwerk, gouden krullen, schilderijen, wandtapijten en parketvloeren, glazen en koperen kroonluchters. De tuin is in de Franse stijl van vakken met lage heggen en rozen in perken. Het dorp dat erbij hoort is naar één kant uitgebouwd in de stijl van het paleis. Voor de andere zijde was geen geld meer. De gids doet alle familieverhoudingen uit de doeken en vertelt over alle siervoorwerpen. Helaas in rad Duits. Ik pik wel op dat ons koningshuis verwant is aan de tsaren van Rusland. De speelkamer en slaapkamer van Emma ontroeren me. Ze had drie oudere zussen. Op de slaapkamer hangen alle portretten. Zelf één van drie zussen voel ik me meteen verwant.

Sprookjesdorpen

Van alle dorpen en stadjes die we in het Sauerland bezoeken, zijn Brilon en Fritzlar de mooiste. Smalle straatjes, omwalling met torens, een marktplein met fontein in een omgeving van prachtige vakwerkhuizen met leien daken. Of zelfs huizen van grond tot dak met leien bekleed. En natuurlijk al die Gotische spreuken en psalmen op gevels. Na het wandelen zwichten we telkens voor de heerlijke taarten die de Duitse Bäckereien in de vitrines hebben staan. De lekkerste? in Brilon bij Café Am Markt.

Fritzlar.

Afdalen in het diepste der aarde

Boven de grond vakwerkhuizen en prachtige kastelen, onder de grond van Sauerland hebben mensen jarenlang gegraven naar minerale schatten. In Ramsbeck dalen we met een gids af in een tinmijn. Een kluwen van spoorrails, grote werktuigen en een doolhof aan gangen. Eén van de laatste mijnwerkers, een man van bijna tachtig, legt ons het werk uit. Met een gigantische boor konden er meters gang worden gemaakt, waar daarvoor centimeters werden uitgehakt met pikhouwelen. Springstoffen kwamen er ook aan te pas. Afstand houden en je oren beschermen. Generaties mijnwerkers zijn doof en aan stoflongen ten onder gegaan vóór er beschermende maatregelen werden genomen. We zijn zo onder de indruk dat we in de toekomst ook een bezoek willen brengen aan een Nederlandse mijn in ons eigen Heerlen. Steenkoolmijnen zijn gevaarlijker (door gasvorming) dan tinmijnen. Petje af voor al die mijnwerkers die de grondstoffen delven óf voor onze apparaten of voor onze energievoorziening.

De tinmijn bij Ramsbeck.
De enige beschermende maatregel…
De ‘verdwenen’ brug bij Edersee.

Verdwenen stuwmeer

Wandelen rond de Edersee staat als laatste op het programma. Het wordt een tocht naar een verdwenen Atlantis. Elke herfst daalt de waterstand in het meer en komen een brug en oude graven tevoorschijn. De afgelopen drie jaar is de droogte zo toegenomen dat het water van de Edersee in de zomer de bodem bijna helemaal droog legte. Met de smeltende sneeuw van volgend voorjaar komt het hopelijk weer goed. Het geeft wel de gelegenheid spectaculaire foto’s van steigers en boten op het droge te maken. En van zwemtrapjes naar de bodem van het meer en eilandjes die als heuvels van de droge bodem oprijzen. Maar het maakt de gevolgen van de klimaatopwarming wel pijnlijk zichtbaar. Gelukkig valt er nog véél meer te genieten in het Sauerland!

Meer lezen over Duitsland

In het land ten oosten van Nederland, valt nog véél meer te genieten. En voorlopig zijn we dus ook niet uitgeschreven over Duitsland. Zo droomde Brigitte Leferink al tijdens de coronabeperkingen over Wuppertal en Keulen. Kees Rooze beschreef meerdere malen de charme van de Duitse hoofdstad Berlijn: “We hebben altijd een reden om ernaar toe te gaan.” Maar ook Hamburg kon hen bekoren. Ook verkende hij samen met zijn vrouw het Oostduitse Maagdenburg en Dresden. Ver reizen hoef je dus niet voor Duitsland. Maak bijvoorbeeld een mooie fietstocht langs de Vennbahn.

Alle foto’s: ©Karin de Lange