Toen Thea Volmeijer (67) (rechts op foto) vier jaar geleden haar man verloor, stond ze al vijf jaar ingeschreven voor een appartement in een woongroep voor 50-plussers in Nijmegen. Ze woont er nu 2 jaar en zou niet meer anders willen!

Op kruispunt in je leven

Opnieuw sta je op een kruispunt in je leven: 50-plus en je komt onverwacht alleen te staan door een scheiding of overlijden. In een serie artikelen wijdt Meerdanvijftig.nl aandacht aan een nieuwe levensstijl voor oudere ‘singles’. Zo ging Ria alleen verder, was Tineke niet op zoek en vond ze toch een nieuwe man. Deze keer Thea Volmeijer, die zich na de dood van haar man eenzaam voelde in hun appartement.

We wilden onze zoon niet met zorg belasten

“Toen mijn man vier jaar geleden overleed stonden we al vijf jaar ingeschreven voor een appartement in deze woongroep voor 50-plussers. Als een van ons tweeën zou weg vallen, wilden we graag sociale contacten om ons heen. Vooral omdat we maar één zoon en één kleinzoon hebben; we vonden dat we hen niet met onze zorg moesten belasten. De stap naar een appartement hadden we al eerder gezet toen mijn man in 2000 kanker kreeg. We hadden een groot herenhuis waarin mijn man alles deed, hij was een perfectionist en wist dat hij dat vanaf die tijd niet meer aankon.”

Altijd een praatje als ik iemand tegenkom

“Mijn ervaring in dat appartementencomplex was dat er soms dagen waren dat ik niemand sprak. Ik was dan ook blij toen er twee jaar geleden een appartement in deze woongroep vrijkwam. Ik was toen al vijf jaar aspirant-lid, kwam zo nu en dan zondags koffiedrinken in de gemeenschappelijke ruimte en werd ook uitgenodigd voor feesten. Als ik hier iemand op de galerij tegenkom, volgt er altijd wel een praatje. Dat komt omdat je elkaar allemaal kent. Verder letten we hier op elkaar, zo kook ik een keer per week voor mijn buurvrouw van 87, vooral stamppotjes. Ik heb ook haar sleutel en kijk of ze elke dag haar gordijnen wel opent.”

Samen koffiedrinken en kerstfeest vieren

“Het is fijn dat je hier allemaal zelfstandig woont, maar er toch gezamenlijke activiteiten zijn. Zo is er elke zondag gezamenlijk koffiedrinken, niet verplicht maar altijd druk. Er ontstaat dan vaak een groepje dat ook nog gezellig een glaasje wijn drinkt. In de zomer zitten we vaak met een aantal mensen in onze binnentuin. Met twee anderen zit ik tegenwoordig in de activiteitencommissie. Vijf december organiseerden we een Sinterklaasavond en van de 50 bewoners waren er maar liefst 40! Met kerst organiseerden we een kerstdiner, we dekten de tafels mooi en we bestelden eten bij een cateraar. Daarvoor moest je wel een bedrag betalen, maar dan zat je ook samen aan een heerlijke kerstdis. Met oudjaar gaan natuurlijk veel mensen naar hun kinderen, maar ook toen waren er 27 mensen om samen oud en nieuw te vieren.”

Mijn broer vindt sociale controle maar niets

“Verder zijn er vaste avonden waarop we bijvoorbeeld kaarten of biljarten. Ik denk geregeld ‘wat heerlijk dat ik hier nu woon’. Ofschoon ik zes zussen en een broer heb die veel op bezoek komen, vind ik het fijn om iemand op de galerij tegen te komen die ik ken. Er is hier veel sociale controle. Mijn broer en zussen mopperen daar wel eens over, want als ze hier uit de auto stappen, zien ze meteen allerlei mensen naar buiten kijken. Ik zeg dan: ‘Wij vinden het fijn dat ze dat doen’.”

Ik zou niet meer anders dan de woongroep willen

Thea te midden van woongroepbewoners en familie (derde van links). Foto’s: Bert Mielekamp

“Mijn vriendin en haar man wonen hier ook in de woongroep en met hen heb ik veel contact. En morgen ga ik met een andere dame eten bij twee mannen die hier onlangs zijn komen wonen. Zo heb je hier ook andere ‘eetgroepjes’ waarbij mensen die een klik met elkaar hebben samenkomen. Om eerlijk te zijn; ik zou niet meer anders willen, heb hier een prachtig appartement met twee slaapkamers en ook nog eens volop sociale contacten!”