The Singing Club, die sinds afgelopen week in de bioscoop draait, wordt aangekondigd als de ‘feelgood film van het jaar’. Officiersvrouw Kate wil daarin een koor beginnen met vrouwen die ook op de militaire basis wonen. Aanvankelijk ziet niet iedereen het zitten, vooral rebel en rocker Lisa voelt er niets voor. Maar uiteindelijk gaat ook zij overstag en vormt zich een koor dat popsongs zingt. En krijgen ze de kans het optreden van hun leven te geven. Een film dus voor wie van zingen houdt, zoals Wilma Wijnstra (58) uit ’s Hertogenbosch. Ze is een van de 1,7 miljoen Nederlanders die in een koor zingen. En ze kan niet wachten tot dat weer kan!

Fantastische dingen meegemaakt

Popsongs is niet zo zeer het genre dat Wilma Wijnstra (58) ambieert. Ze zingt al dertig jaar in meerdere klassieke koren. “Toen ik 28 was, wilde ik graag jazz zingen. Thuis zong ik altijd maar helaas had ik geen ingang in de jazzmuziek. Mijn moeder zong in twee koren en zij heeft me aangestoken om het in een koor te proberen. ‘Zorg dat je iets voor jezelf hebt’, zei ze altijd. Ik begon bij een klein dorpskoor in Vught en merkte dat ik het leuk vond. Daarna ben ik overgestapt naar een klassiek koor in ’s Hertogenbosch en daar heb ik fantastische dingen meegemaakt.”

Zo zong Wilma mee in grote concerten met symfonieorkesten, waaraan ook beroepssolisten deelnamen. Ze trad op in Stedenconcerten in ’s Hertogenbosch, Den Haag en Breda. “Ook deed ik mee aan stadsopera’s die nog helemaal moesten worden ontwikkeld. En ik heb negen keer in het theater aan de Parade hier in ’s Hertogenbosch gestaan.”

Zingen in projectkoren

Na 20 jaar merkte Wilma dat de rek eruit was. “De leden werden ouder en nieuwe ontwikkelingen bleven uit. Het bleef een beetje in hetzelfde repertoire hangen en het werd minder ambitieus. En ik was dat nog wel. toen ben ik op zoek gegaan naar koren die met hedendaagse componisten werken en heb dat gevonden in het zingen in projectkoren.”

Een projectkoor is een geselecteerd koor van gevorderde amateurzangers en -zangeressen. Vaak meldt Wilma zich aan via Facebook. “Verschillende korensites melden het als er weer een project aankomt, daar kan je je dan voor opgeven. Sommige projectkoren vereisen een auditie en die ga ik dan doen. Ik vind dat ook fijn, want het klinkt misschien verwaand maar door die audities krijg je een hoger niveau.”

Bijzondere ervaring: de Scratch in Leiden

Op haar ervaringen in projectkoren kijkt ze met plezier terug. ‘Ik ben een enorme Bacheriaan geworden. Ik heb van alles van die componist gezongen: van de Hohe Messe tot het Weinachtsoratorium. Dat komt elk jaar wel terug bij projectkoor Brabant. Recent zongen we met kamerkoor Ad Parnassum op projectbasis een stuk van Kris Oelbrandt. Kris is een Belgische broeder en componist die nu woont in de abdij van Orval, ook bekend als brouwerij van abdijbier.”

Een bijzonder evenement vond Wilma de Scratch in Leiden waar ze in een koor van 600 mensen zong. “Het is zo bijzonder wat er dan gebeurt! Als je zingt, ontstaat er een enorme band onder elkaar. Ik ben er ook wel eens alleen heen gegaan maar ook dan heb je meteen het familiegevoel.”

Wilma te midden van koorleden: “Onderling familiegevoel.”

Zingen in koren vreet tijd

Bij projectkoren is het de bedoeling dat je bij de eerste repetitie het stuk al beheerst. Wilma heeft thuis een ‘muziekkamertje’ waar ze de concerten instudeert. “De Hohe Messe moest ik in drie maanden instuderen. Dat was echt een uitdaging.”

Vooral omdat Wilma daarnaast vier dagen per week werkt. Is het stuk ingestudeerd, dan volgen de gezamenlijk repetities op zaterdag of zondag. Ook heeft ze eens per twee weken les van een zangpedagoog. En dan is er natuurlijk de uitvoering.

Zingen in koren vreet dus tijd en dat viel vanaf maart wegens Corona in een keer weg… Wilma: “Ineens was mijn agenda leeg. Dat was even fijn maar al snel was ik helemaal de weg kwijt. Wat moest ik met al die vrije tijd? Ik heb me bijvoorbeeld helemaal op de Amerikaanse verkiezingen gestort en daar alles over gelezen. Ofschoon mijn man vond dat ik soms te veel hooi op mijn vork nam, vindt zelfs hij dat de koren nou wel weer mogen beginnen.”

Muziek boven de vijftig

Nooit te oud om te zingen en muziek te maken, schreef Kees Rooze al eerder in Maak muziek, ook als je boven de vijftig bent. Wie samen wil zingen in tijden van corona-virus kan misschien gebruik maken van de tips die hij ook gaf in zijn artikel over Jamulus. Marlies Mielekamp schreef ook al over het plezier dat advocaat Wouter Ganzeboom in zingen had.