24 mei is elk jaar de Dag van Kastelen. Een goede reden om de kastelenroute in Twente te fietsen, al kan dat natuurlijk de rest van het jaar ook. Brigitte Leferink, opgegroeid in Twente, neemt ons mee naar de omgeving van Diepenheim.

Trek tijd uit op deze dag van kastelen

38 kilometer in 2 uur en 32 minuten. Dat staat ter informatie bij de Twentse kastelenroute vermeld. Wie slim is trekt er meer tijd voor uit. Stap onderweg regelmatig af, picknick op een bankje of strijk neer op een terras en geniet van al het moois dat onderweg te zien is. Dat begint al in Diepenheim, waar de route start. Het kleinste stadje van Twente heeft behalve kastelen nog meer te bieden. Ik schreef er over in het artikel Twente voor hunkertukkers en andere toeristen. Voorafgaand aan deze fietstocht op een ‘Dag van Kastelen’ of na afloop kun je Diepenheim verder ontdekken. Nu stappen we eerst op de pedalen.

Thuis van familie Schimmelpenninck

Het eerste dat we spotten is kasteel en landgoed Huis Nijenhuis. Deze voormalige havezate is sinds 1799 in het bezit van de familie Schimmelpenninck. Journalist Sander Schimmelpenninck is hier opgegroeid. Zijn officiële naam en titel is Sander Cornelis graaf Schimmelpenninck. Het landgoed is typisch Twents, een kleinschalig coulissenlandschap. Sinds 1935 wordt het samen met landgoed Westerflier (dat komen we later tijdens de fietstocht tegen) als één landgoed beheerd. Het kasteel is niet voor publiek toegankelijk, behalve de historische afdeling: een zaal met historische portretten van raadspensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck en de bibliotheek. Die kun je na afspraak (of op een enkele ‘open dag’) met een rondleiding in een klein groepje bezoeken.

Het ouderlijk huis van tv-presentator en journalist Sander Schimmelpenninck, Huis Nijenhuis. Foto: Pixabay

Werkende watermolen

Als we verder fietsen passeren we het Oranjemuseum Nieuwe Haghuis en even later horen we het ruisen van de Diepenheimse Molenbeek bij watermolen Den Haller. Het is de op één na oudste nog werkende watermolen in Nederland. Het voormalige woonhuis van de molenaar, een in 1680 gebouwde boerderij, is nu een restaurant. De molen met omgeving heeft de status van beschermd dorpsgezicht. De waterkorenmolen is een Rijksmonument. We vervolgen onze weg en komen op het grondgebied van landgoed Weldam, één van de grote landgoederen van Oost-Nederland. Aan de zwart met gele luiken op de boerderijen kun je zien dat ze bij het landgoed horen. De tuin bij het kasteel is – tegen betaling – te bezoeken. Snuif de lucht van de prachtig in vormen geschoren buxus op, bewonder de sinaasappelboompjes in de kuipen, wandel door het doolhof en beklim in het midden daarvan de uitkijktoren. Beslist de moeite waard om van boven een kijkje te nemen en te genieten van het uitzicht op het kasteel.

Doortrappen in Twents landschap

Een van de bezittingen van Weldam is havezate Wegdam. Het huis wordt particulier bewoond en is niet toegankelijk voor publiek. Betreden van het voorterrein is verboden, dus we fietsen na er een zijdelingse blik op geworpen te hebben door. We rijden een klein stukje door het stadje Goor, langs het voormalige waterstaatstation waar nu het Historische Museum met een oudheidkamer is gevestigd en vervolgen de weg richting havezate Westerflier. Dit deel van de fietstocht is het grootste stuk zonder directe bezienswaardigheden, maar voert door het Twentse groene landschap. Even lekker doortrappen tussen de weilanden, een klein stukje langs het Twentekanaal en dan tussen de bomen door.

Havezate Wegdam; alleen ‘buiten’kijkje. Foto: Pixabay

De bijzondere geschiedenis van Westerflier

Havezate Westerflier bestaat uit een vrij simpel landschapspark en een rechthoekig landhuis zonder torens en ligt op de grens van Twente en Achterhoek. Op dit landgoed ontspringt de Regge. Het Twents volkslied begint er mee: ‘Er ligt tussen Dinkel en Regge een land, een schone en nijvere Twente’.  Het landgoed Westerflier heeft een totaal ander karakter dan het Nijenhuis, dat van dezelfde eigenaar is. Westerflier is veel grootschaliger en meer agrarisch. De boerderijen die bij het landgoed horen zijn herkenbaar aan de zwart-witte luiken. Het huis heeft een bijzondere geschiedenis. Naast woonhuis is het onder andere een tehuis voor uit huis geplaatste meisjes. Het is diverse malen opgedeeld in appartementen, het heeft leeggestaan en nu wordt het bewoond door twee gezinnen. 

Een boerderij op het landgoed Westerflier; tussen Regge en Dinkel, zoals de Twentenaren zingen. Foto: Pixabay

Tuin van Warmelo explosie van kleuren

Een eindje verder ligt Kasteel Warmelo. Een Middeleeuws gebouw, oorspronkelijk de poort van een havezate, met opengestelde tuinen. Als kind vond ik het fascinerend dat hier prinses Armgard, de moeder van prins Bernhard woonde tot zij in 1971 overleed. Hoewel we er wel eens langs fietsten, heb ik nooit een glimp van haar opgevangen. De tuinen zijn in het voorjaar (vanaf 25 mei) en de zomer een ware explosie van kleuren: prachtige rododendrons, azalea’s, rozen en honderden soorten fuchsia’s. Je vindt er een Victoriaanse tuin, een geometrisch aangelegde Franse tuin en een Engelse landschapstuin. Ze zijn een toeristische attractie

Woonhuis van de oma van prinses Beatrix. Foto: Beeldbank Twente

Eerste en laatste op de Dag van Kastelen: Diepenheim

Net voor het eindpunt van de fietstocht doemt het laatste kasteel op: Huis te Diepenheim. Dit is het oudste kasteel van Diepenheim. De boerderijen horend bij dit huis hebben rood-witte luiken. Je ziet het rood-wit ook terug in de beplanting bij het kasteel. We fietsen nog een klein stukje over het landgoed en slaan dan rechtsaf terug naar Diepenheim. De tocht eindigt waar we begonnen.  

Huis te Diepenheim. Foto: Pixabay

Meer over kastelen en fietsen

Ter gelegenheid van de Dag van Kastelen nog een tip: Wiette van Klingeren schreef over haar bezoek aan Kasteel de Haar. Ook al zijn de kastelen -nog- gesloten voor bezoek, de tuinen van Kasteel De Haar zijn te bezoeken. Zoals bijvoorbeeld die van Paleis het Loo in Apeldoorn. Inspiratie op doen voor meer fietstochten? Lees Rondje Naarden van Kees Rooze of zijn artikel Langs Bothol en Ronde Hoep. Brigtte Leferink schrijft vaker over haar geboortestreek: over de bedreigde traditie van Paasvuren en ‘Sprak ik maar Twents.