Traditioneel is voor Pasen de tijd van opruimen en grote schoonmaak. Maar soms moet je een huis compleet leeg ruimen, als de bewoner is overleden of naar een verzorgingstehuis moet. Karin de Lange heeft het nu voor de 7de keer meegemaakt. En het went nooit.

Grasduinen in gekoesterde spullen

De meesten van onze leeftijd hebben het al een keer meegemaakt. Eén of beide ouders zijn overleden. De begrafenis of crematie met alle verdriet is achter de rug. Dan restten er nog onnoemelijk veel klusjes om het leven van de geliefde overledene af te ronden. Soms moet het huis worden leeg geruimd na vertrek naar het laatste adres in een tehuis of bejaardenflatje. Zoals wij nu doen voor mijn 95-jarige tante die inmiddels in een verzorgingshuis woont. We grasduinen in de spullen die in een lang leven werden verzameld en gekoesterd. Het went nooit. Ik voel me een indringer.

Pijnlijk afscheid

Een wereld opgebouwd in tientallen jaren vindt zijn einde op de veiling, de kringloop, in boekwinkels en, het grootste deel, de vuilstort. We maken afwegingen wat bewaard blijft, wat wordt hergebruikt en wat weggegooid. Kaarsen, sokken, jurken, serviesgoed, pakken suiker, zoutvaatjes, kruiden, gereedschap, garen, wol, theedoeken, lepeltjes, schoenen, potjes appelmoes en bonen, toiletpapier, pannen, bestek, wasmiddel……. Noem het maar op. Dan hebben we het nog niet over de paperassen van een pre-digitale wereld en de foto’s, al of niet ingeplakt.

Wat kan worden hergebruikt, gaat mee…

Gekoesterde spullen gaan natuurlijk met tante mee. Maar de kleine kamer in het verzorgingstehuis kan natuurlijk niet alle schatten van haar en haar familie herbergen. Pijnlijk afscheid hoort bij dit schiften. Afstand doen. Een familielid heeft haar huis gefotografeerd zoals het was voor de ontmanteling. Ze koestert het als een dierbaar geschenk.

Interieur uit jaren ’50 doet het goed

In de kringloop belandt een houten lamp in de stijl van de jaren dertig die nu niet meer gewild is bij de veiling. Te oud. Dat geldt ook voor een kroonluchter van koper met kristallen hangers. De lampetkan met twee porseleinen bakjes heeft ook alleen de keus om naar de kringloop te gaan. Het bankstel uit de jaren vijftig met twee gemakkelijke stoelen gaat naar de veiling. Zo ook een prachtige wandkast uit dezelfde tijd, want meubels en interieurspullen uit de jaren vijftig doen het daar nu goed.

Oog in oog met Napoleon bij huis opruimen

En dan sta ik in mijn handen met een prachtig verweerde trommel. Tante wilde hem niet mee. Ik vond hem in plastic in haar kelderkast. Hij staat vol met plaatjes van Napoleon bij diverse slagen. Hoe oud zou die trommel zijn? Hij is van mijn tante, inmiddels 95 jaar oud. Ze woont sinds haar zevende met haar ouders in dit huis. De trommel is daardoor minstens 88 jaar oud. Hij stamt misschien wel uit de tijd dat Napoleon in Nederland de dienst uitmaakte van 1806 tot 1813. Misschien komt hij uit het huis van mijn overgrootmoeder en tante’s oma. De trommel zou dan meer dan 200 jaar oud zijn. Dat is te zien. Vocht heeft geleid tot roestvlekken op de plaatjes. Gooi ik zo’n trommel nou weg?! Nee, natuurlijk…. Heel modern liggen er nu mijn mondkapjes in. Zo blijft hij in gebruik.

200 jaar oud?

Een eeuw huishouden gaat door mijn handen

Niet alleen Napoleon kom ik tegen. Ik houd ook een trommel in handen gevuld met Goudse witte pijpjes. De trommel is van De Ster, een verdwenen merk tabak. Ik ben meer trommeltjes ervan tegengekomen, gevuld met schroefjes, munten, sieraden, punaises en elastiekjes. Sommige theedoeken zijn nijver versteld en van twee versleten theedoeken is er weer een nieuwe gemaakt. Zuinigheid met vlijt….

Rijk waren ze in de jaren veertig en vijftig niet en er werd veel gerepareerd en versteld. Ook kleding werd zelf gemaakt. Tante hechtte erg aan een vest dat haar moeder op haar laatste ziekbed nog voor haar gebreid had. Een eigen gemaakte zomerjurk met bolero uit de jaren vijftig is waarschijnlijk nu een topstuk in de kringloop.

En meer blijft in de familie

Serviesgoed hoort bij de zaken die je in de kringloop in groten getale aantreft. Van het huis van mijn tante heb ik nu twee theeserviezen gered en in huis tentoongesteld. De kleine vleugel van mijn lieve echtgenoot is mijn tijdelijke tentoonstellingsruimte. Een bloemig en een Chinees servies. Een mooi kristallen, glazen citroenpersje gebruik ik nu in de keuken. Mooier dan de mijne die nu naar het plastic afval gaat. Het voelt niet macaber, omdat ze leeft en compleet verzorgd in het tehuis zit. En blij is dat sommige zaken nog gebruikt kunnen worden door familieleden.

mini makeover
kleine tentoonstelling van tantes serviesgoed.

Ik maak nu haar zout en suiker op. De bloem van tante wordt taart. De ouwelvellen heb ik al deels verwerkt tot kokosmakronen volgens het recept op de verpakking. Mijn oude theedoeken hebben plaats gemaakt voor de mooiste van tante. Het aandoenlijke oude kopje met rasp en nootmuskaat staat ook in mijn keukenkastje.

Catalogus van generaties gekoesterde schatten

Mijn eigen ‘museum’ omvat nu drie generaties. Ze zijn een herinnering aan ouders, tantes en andere familie. Mijn huis is door al die spulletjes wel te vol. Mijn kinderen krijgen spullen die ze mooi vinden. Van wat overblijft, maak ik een fotoboek om mijn kinderen te vertellen over de herkomst van mijn ‘schatten’. Ik wil via de spulletjes enkele herinneringen met een verhaal doorgeven aan mijn kinderen. Zo bereid ik alvast het moment voor dat ze ook mijn huis, opgebouwd in tientallen jaren, moeten leeg ruimen.

Meer lezen

Het serviesje van Karins tante komt ook voor in Marlies Mielekamps 7 tips voor een mini makeover van je huis. Ook oud speelgoed wordt door haar gekoesterd. Haar liefde voor tweedehands kleding is inmiddels een trend. En herinnert u zich deze nog?