Nostalgie brengt Stella Ruisch en haar man naar de hoofdstad Luxemburg. Daar begon 44 jaar geleden hun huwelijksreis. Veel bijzondere herinneringen hebben ze niet aan de stad. Behalve dat Luxemburg in het puntje van de Benelux veel leuker blijkt te zijn dan ze dachten.

Luxemburg eerste stop

De stad is niet bijzonder bezienswaardig,  de taal is een onbegrijpelijke mengelmoes van Nederlands, Frans en Duits en alles is er duur (behalve de benzine). Kort samengevat is dat wat Stella Ruisch van haar vluchtige bezoeken aan de hoofdstad Luxemburg heeft onthouden.

Dankzij de Tour de France met pittoreske plaatjes van Frankrijk, doen we nu onze huwelijksreis op goed geluk met de auto ‘over’. Voor zover dat kan na ruim veertig jaar. En Luxemburg was nu eenmaal onze eerste stop, nadat we de huwelijkscadeaus hadden opgeruimd en de trouwjurk weer was vervangen door een gemakkelijk zittende spijkerbroek. Ik weet niet meer waar we hebben gelogeerd in de stad en de inmiddels verkleurde foto’s in mijn fotoboek brengen geen uitkomst.

‘Onze’ koning Willem II

We verblijven deze keer midden in de stad maar wel op de derde etage van een modern gebouw boven een galerie. Aan de achterzijde grenst het aan een groot plein, dat wordt opgeknapt, dus grotendeels verdwenen is achter hekken en zeil. Met in het midden een hijskraan. Aan de rand een ruiterbeeld van ‘onze’ koning Willem II, wiens naam aan het plein is verbonden.

Willem II zit in Luxemburg hoog te paard maar een duif zit nóg hoger.

Toch een raar idee, dat Luxemburg, zo duidelijk buitenland, ooit tot één natie met Nederland heeft behoord. Beetje jammer wel, want zo’n mooie omgeving had van mij prima bij ons land mogen horen!

Het dal van de Pétrusse

De volgende ochtend schijnt de zon en aangezien we geen plannen hebben, wandelen we naar de Plaçe de la Constitucion. Daar vinden we de trap naar het dal van het riviertje de Pétrusse, een smal stroompje, een route die ons door het groene gedeelte van de stad voert. Hier wordt hard gewerkt om het stadspark om te toveren tot een recreatiegebied met stenen trappenterrassen bij het water en fitnessapparaten. Een plek voor iedereen en niet alleen voor mensen die blikjes bier in de struiken achterlaten.

Boven fort Thüngen steken de moderne gebouwen van Luxemburg uit.
De kazematten, restant van de onverslaanbare vesting.
Na het wandelen tijd voor Luxemburgs bier.

Onneembaar voor vijanden

Wat je afdaalt, moet je ook weer op klimmen. Dus ook al is de wandeling maar zo’n kilometer of 4, wandelaars moeten rekening houden met heel wat traptreden. Maar de beloning is er naar. Van alle kanten heb je een prachtig uitzicht over de stad. De vestingwerken en kazematten (te bezoeken) maakte de stad Luxemburg tot ‘het Gibraltar van het noorden’, onneembaar voor vijanden.

Heerlijk biertje in Luxemburg

Veel is verdwenen, toen de stad in 1867 een neutrale status kreeg. We lopen om de stad heen, steken de Pétrusse en de bredere rivier Alzette over en komen uiteindelijk terecht tussen moderne gebouwen. Het blijkt een conventiecentrum en het museum van moderne kunsten te zijn. Aan de voet bevindt zich nog een gedeelte van Fort Thüngen, waar je leuk doorheen kan dwalen.

De stad Luxemburg mag dan een bescheiden status hebben in de schaduw van grote hoofdsteden als Parijs, Amsterdam en Brussel. Het blijkt veel leuker dan we dachten, constateren we bij een heerlijk Luxemburgs biertje van Diekirch.

Meer lezen over mooie hoofdsteden

Mag Luxemburg klein maar fijn zijn, Parijs is natuurlijk een niet te versmade hoofdstad. Waar we niet over uitgeschreven raken. Zo zocht Ellen Groenveld er de mode op en de romantiek. Karin de Lange genoot er van de vergezichten en bezocht er drie minder bekende musea. Brigitte Leferink gaf 7 tips voor wie Parijs voor het eerst bezoekt. En dan is er natuurlijk Brussel, Berlijn, Stockholm, Wenen en Madrid.

Openingsfoto; Vanuit het dal van de Pétrusse heb je een prachtig uitzicht op de stad Luxemburg. Alle foto’s: ©Stella Ruisch